Gods Heerlijkheid is in onze tijd nog steeds verborgen omdat de sluier van ons vlees Zijn Heerlijkheid nog steeds verbergt, er ligt een bedekking over ons zodat de Heerlijkheid van God nog verborgen is ook voor de wereld.
Gods Geest en Heerlijkheid hebben wij als een schat in onze aarden vaten, Zijn licht en heerlijkheid is in ons. Dit is nu nog verborgen en bedekt maar eenmaal zal deze vat gebroken worden en zal het licht van Gods Heerlijkheid zichtbaar worden voor de hele wereld. Een ieder zal dan in zijn eigen mate de Heerlijkheid van God in de eeuwigheid reflecteren naar de mate wat hij op aarde voortgebracht hebben.
Iedere persoon die de Heerlijkheid van God volledig wil manifesteren in de eeuwigheid door zijn verheerlijkt lichaam moet de eigenschappen van God in zijn aardse leven ontwikkelen. Want er is een direct verband tussen de Heerlijkheid van God en de eigenschappen van God, de eigenschappen van liefde en barmhartigheid. Dit kunnen we opmaken uit Exodus 33:18 waar staat “Toen Mozes aan God vroeg om Zijn heerlijkheid te zien, toonde God Zijn goddelijke eigenschappen van barmhartigheid, genade, lankmoedigheid, goedheid en waarheid.
Eenmaal zullen we zien wie we zijn en zullen we zien de mate van Heerlijkheid die in ons is. We zullen elkaar zien zoals we zijn, en ons binnenkant zal naar buiten zijn gekeerd, niets zal meer verborgen zijn, alles zal open en onbedekt zijn. Het is hier waar de wereld op wacht, op het openbaar worden van de zonen Gods, want met reikhalzend verlangen wacht de schepping op het openbaar worden van deze zonen Gods.
Ook Paulus had een ontmoeting met de Heer en zag onderweg een licht, schitterender dan de glans van de zon, van de hemel hem omstralen. Geen mens kan Zijn heerlijkheid en licht zien. Paulus zei dat dit licht schitterender was dan de middagzon in zijn volle glans, en God Zijn heerlijkheid gaat deze schittering van de zon vele malen te boven. Paulus zag het gelaat van de Heer niet maar zag alleen het licht dat van Hem afstraalde, Hij was verblind door het licht dat voortkwam uit Zijn heerlijkheid en dat de schittering van de zon zelfs in het niet deed vallen.
Nu zijn deze dingen ons nog verborgen, soms voor enkele wordt deze sluier opgelicht en mogen we een glimp zien van Zijn Heerlijkheid, maar er komt een tijd dat we Hem zullen zien van aangezicht tot aangezicht, dan zullen we elkaar zien zoals we zijn en een ieder zal Zijn licht weerkaatsen naar mate ze deel aan Hem hebben.