De HERE verkiest zich een plaats om Zijn Naam daar te doen wonen.
Daar wil Hij dat we Zijn aangezicht zoeken en ons verheugen in Hem maar ook dat we op die plaats Zijn Feesten vieren. Alle Feesten zijn afschaduwingen van de werkelijkheid, en uit de schaduw komt de werkelijkheid tevoorschijn.
De Here woonde eerst in Silo waar de Ark van het Verbond werd geplaatst en waar zij de tent der samenkomst oprichtten. (Jozua 18:1).
Nadat het priestergeslacht van Eli te Silo zo corrupt was geworden, verwoesten de Filistijnen de plaats Silo en zij hadden de Ark van het Verbond buit gemaakt, ze vermoorden de priesters en de Heerlijkheid van God verdween uit Silo.
De Ark kwam daar nooit weer terug, David verplaatste de Ark van het Verbond naar Jeruzalem (2 Sam. 6: 1-23), waar Salomo de tempel bouwde waar de Ark in werd geplaatst. (1 Kon. 8:6) en waar de Heerlijkheid van de Heer het huis vervulde.
We zien dat de Ark van het Verbond van Silo naar Jeruzalem ging, de plaats die de Heer verkoos. Want in de plaats Silo woonde eerst zijn Naam, maar met die verplaatsing van de Ark was het ook de verplaatsing van Zijn Naam, het huis waar Hij woonde waarover Zijn naam is uitgeroepen, (Jer. 7) deze verplaatste zich later naar Jeruzalem. Maar de priesters in Jeruzalem werden net zo corrupt als het huis van Eli vroeger in Silo was. Ook de Heerlijkheid van God vertrok uit de tempel van Salomo. (Ezechiël 10:4, 18, 22,23 ) Toen verhief zich de heerlijkheid des Heren van boven de cherub en begaf zich naar de dorpel van de tempel, en de tempel werd vervuld met de wolk, en de voorhof was vol van de glans van de heerlijkheid des Heren. 18 Toen ging de heerlijkheid des Heren weg van de dorpel van de tempel en ging staan boven de cherubs. 22 Toen verhieven de cherubs hun vleugels met de raderen naast zich, terwijl de heerlijkheid van de God van Israël boven over hen was; 23 de heerlijkheid des Heren steeg op uit het midden der stad en plaatste zich op de berg die ten oosten van de stad ligt.
Na Jezus zijn dood en opstanding en hemelvaart, keerde op het Pinksterfeest de Heerlijkheid van God weer terug naar de aarde, het vuur van de Heilige Geest vertoonden zich aan de 120 discipelen in de bovenkamer op hun hoofden als tongen van vuur. (Hand. 2:1-3)
De Heerlijkheid van God vervulde niet een stenen tempel in Jeruzalem, maar de 120 discipelen die hun harten aan Hem offerden. Dit was de derde keer dat DE HEERLIJKHEID en DE NAAM van God volledig werden verplaatst naar een andere locatie. De eerste was dus de Ark bij Silo in een tent, de tweede bij Jeruzalem in een stenen tempel, de derde was het lichaam van mensen, bekend als de ware tempel van God gemaakt van levende stenen. 1 Korinthiërs 3:16 zegt: Weet gij niet, dat gij Gods tempel zijt en dat de Geest Gods in u woont?
God heeft het Oude Jeruzalem verlaten en heeft Zijn Naam geplaatst in het Nieuwe Jeruzalem en in een Nieuwe Tempel, gemaakt van Levende stenen, en dat uit alle wederomgeboren gelovigen wier harten besneden zijn. Heel Hebreeën spreekt over de betere dingen. Het nieuwe Jeruzalem heeft niets met het oude aardse Jeruzalem te maken, deze zijn verschillend en worden in de Bijbel als twee verbonden gezien (Gal. 3:21-27). Maar het aardse Jeruzalem is wel een schaduw van het hemelse Jeruzalem.
Zo laat ons dan tot Hem uitgaan buiten de legerplaats, Zijn smaadheid dragende. Want wij hebben hier geen blijvende stad, maar wij zoeken de toekomende.
God zal nooit meer terug keren naar aardse gebouwen en tempels die gemaakt zijn van hout en steen, of in organisaties of denominaties en systemen om Zijn Naam daarin te doen wonen, Zijn verlangen was om in ons mensen te wonen met Zijn Heerlijkheid en volheid van Zijn Geest om daar voor Zijn Naam een rustplaats te vinden, en wil door Zijn aanwezigheid in en door ons heen Zijn grote werken manifesteren.
Gods heeft Zijn Naam op ons geplaatst, en Zijn Naam zal op onze voorhoofden zijn want wie overwint, hem zal Ik maken tot een zuil in de tempel mijns Gods en hij zal niet meer daaruit gaan; en Ik zal op hem schrijven de naam mijns Gods en de naam van de stad mijns Gods, het nieuwe Jeruzalem, dat uit de hemel nederdaalt van mijn God, en mijn nieuwe naam.
Wie een oor heeft, die hore, wat de Geest tot de gemeenten zegt.