Er zijn twee verschillende soorten dood:
De eerste dood, wat sterfelijkheid is, de straf voor Adams zonde, Gods oordeel die we van Adam hebben geërfd, “Want zoals in Adam allen sterven, zo zullen ook in Christus allen levend gemaakt worden.” (1 Kor. 15:22). Deze sterfelijkheid is tijdelijk, een tijdperk. Want dit vergankelijke moet het onvergankelijke aandoen, en dit sterfelijke moet onsterfelijkheid aandoen. We zullen een verheerlijkt opstandingslichaam ontvangen. Filippenzen 3:21 zegt : ‘Die ons vernederd lichaam veranderen zal, zodat het gelijkvormig wordt aan Zijn verheerlijkt lichaam’. Wij mensen zijn sterfelijk en daarom zondigen wij, en omdat wij als individuele mensen zondigen worden wij door Zijn wet gecorrigeerd en getuchtigd en worden we op onze eigen zonde beoordeeld.
De tweede dood is ook het dagelijkse leven van het verloochenen van het vlees, het kruisigen van de “oude mens” en hem als “dood” beschouwen (Romeinen 6).
God rekent in het geheel met de tweede dood af door middel van de poel des vuurs en dat na het millennium, na de grote witte troon (Openb. 20:14). De tweede dood is de laatste vijand die moet worden afgeschaft, de laatste vijand die vernietigt zal worden is de dood (1 Kor. 15:6) De vijanden van God zullen worden opgewekt in de algemene opstanding aan het einde van de duizend jaar.
“En ik zag de doden, de groten en de kleinen, staande voor de troon, en er werden boeken geopend. En nog een ander boek werd geopend, het (boek) des levens; en de doden werden geoordeeld op grond van hetgeen in de boeken geschreven stond, naar hun werken.” (Openb. 20:12)
In het millennium is de dood nog steeds een vijand. In Jes. 66 vers 20 staat “Daar zal niet langer een zuigeling zijn, die slechts weinige dagen leeft, noch een grijsaard, die zijn dagen niet voleindigt, want de jongeling zal als honderdjarige sterven, zelfs de zondaar zal eerst als honderdjarige door de vloek getroffen worden.”
Niemand zal ooit in de poel des vuurs worden geworpen als oordeel voor Adams zonde, alleen onze individuele zonden waarop we naar Gods wet op beoordeeld zullen worden. Het loon van de zonde is de tweede dood. De eerste opstanding is de speciale redding die wordt gegeven aan degenen die geloven.
Alleen Jeshua heeft betaald voor onze zonden, en als wij dat aanvaard hebben, en dat ons toe-eigenen, zullen we die tweede dood niet zien en daar aan ontkomen, maar zij zullen priesters van God en van Christus zijn en zij zullen met Hem als koningen heersen, [die] duizend jaren.
Een zondaar (Openb. 21:8) zal niet sterven door sterfelijkheid omdat de tweede dood hem zal verplichten de straf van de Wet te betalen. De Wet beschouwt alle zonde als een schuld die betaald moet worden. Omdat ze geen gebruik hadden gemaakt van het offer van Christus namens hen – hetzij door onwetendheid, hetzij door Hem ronduit te verwerpen. God zal de mensheid beoordelen naar de maatstaf van Zijn eigen karakter zoals uitgedrukt in Zijn eigen Wet. De Wet weerspiegelt Zijn karakter.
Openbaring 2:11
Wie een oor heeft, die hore, wat de Geest tot de gemeenten zegt. Wie overwint, zal van de tweede dood geen schade lijden.
Openbaring 20:6
Zalig en heilig is hij, die deel heeft aan de eerste opstanding: over hen heeft de tweede dood geen macht, maar zij zullen priesters van God en van Christus zijn en zij zullen met Hem als koningen heersen, [die] duizend jaren.
Openbaring 20:14
En de dood en het dodenrijk werden in de poel des vuurs geworpen. Dat is de tweede dood: de poel des vuurs.
Openbaring 21:8
Maar de lafhartigen, de ongelovigen, de verfoeilijken, de moordenaars, de hoereerders, de tovenaars, de afgodendienaars en alle leugenaars – hun deel is in de poel, die brandt van vuur en zwavel: dit is de tweede dood.
JP