De grootste EXODUS wereldwijd

De Bijbel leert dat Israël ons tot voorbeeld en tot waarschuwing is gegeven en zij zijn als het ware een schaduwbeeld voor ons voor de weg die wij gaan als Gemeente. Paulus noemt in deze hoofdstuk van 1 Kor. 10 : 1- 13 enkele voorbeelden waarbij het volk Israël in de fout ging met al de gevolgen van dien, en de beproevingen die ons tot een voorbeeld kunnen dienen.

Israël is niet alleen een voorbeeld en schaduwbeeld voor ons in deze tijd maar ook vooral in de eindtijd in de weg die we moeten gaan voor de komst van Yeshua en hoe wij uitgeleid en verlost worden en er een grote uittocht zal zijn, de grote Exodus die onder Gods bescherming en opgeheven Hand zal zijn, omdat de Heer heeft belooft al moeten we door verdrukking we niet onder Zijn toorn zouden komen. Hij heeft ons belooft om ons op arendsvleugels te dragen en op Zijn bestemming te brengen in het beloofde land. Het volk Israël werd uitgeleid en bevrijd door God door tien krachtige plagen uit hun slavernij. Maar ook in de eindtijd zal God ons als Gemeente verlossen en beschermen door al die plagen heen die over de aarde komen, die in Openbaringen zijn beschreven en die heel veel lijken op de plagen die beschreven staan in het boek Exodus. Maar ook de strijd en de wraak van God die voorafging voor ze het beloofde land binnen gingen is voor ons een voorbeeld in onze tijd. Wij zullen de “grootste Exodus” aller tijden meemaken die krachtiger, en groter zal zijn dan ooit is geweest of wezen zal.

Zoals de Heer Israël uitleidde uit Egypte, zo zal Hij ons ook nu, de Gemeente, Zijn Lichaam uitleidden in de eindtijd uit al de volkeren van de aarde, wanneer de Grote verdrukking daar zal zijn en de Toorn van God over de aarde komt. Zijn Gemeente die bestaat uit het overblijfsel van het gehele huis Israëls (die uit twee huizen Juda en Israël bestaat) zij die besneden zijn aan hun hart, samen met alle gelovigen uit alle heidenvolkeren die geënt zijn op de Edele olijf (Rom.11) en die één zijn in de Messias Yeshua. De gelovigen uit de heidenvolkeren dragen niet de beloften en de verbonden zoals Israël, het huis Juda en het huis Israël ontvangen hebben, maar mogen als mede-erfgenamen en mede-genoten deel hebben aan de erfenis en verhoging met Christus en horen er helemaal bij. Zij allen tezamen zullen als één Lichaam uitgeleid worden uit alle volkeren en hoeken van de aarde met Gods opgeheven Hand en gebracht worden in het Beloofde land, de plaats die God bereid heeft. Daar zullen we de Heer ontmoeten en zal het gehele huis Israël, het overblijfsel van de 12 stammen, samen als Gemeente met allen die daarbij horen hun Messias ontmoeten en op de wolken weggevoerd worden in de lucht om een verheerlijkt lichaam te ontvangen (1 Kor. 15), om dan voor altijd bij de Heer te zijn, en met Hem hier op aarde, waar Hij als Koning zal zijn op de troon van David, regeren en leven met Hem.


Wanneer deze uittocht, deze Grote Exodus zal zijn, heeft God een groot Leger van mensen nodig, een Legermacht die Hij zelf verkiest in de 144.000 eerstelingen van God en het Lam, die de Naam van het Lam en van de Vader op hun voorhoofd hebben staan. (Openb.14) Ook in het OT is hier een schaduwbeeld en parallel van deze grote legermacht beschreven die in het NT nog geschieden moet voor ze het beloofde land binnen kunnen trekken, welke strijd er nog gestreden moet worden, die overeenkomt met de dingen die in de eindtijd gebeuren zullen.
Dit verhaal staat in Numeri 31 beschreven, het is goed om die in het geheel te lezen, de wraak op de Midjanieten, de vijanden van Israël. Mozes gebood het volk een aantal mannen ten strijde toe te rusten om de wraak van de Heer te voltrekken. Uit elke stam van alle 12 stammen van Israël zullen ze er elk 1000 ten strijde zenden, wat samen uitkomt op 12.000 strijders, die een grote Legermacht vormen om de vijand, de Midjanieten weg te vegen en te vernietigen. Dit is de laatste slag in de woestijn voor ze het beloofde land in nemen. En in Num. 31 vers 49 staat :”Uw knechten hebben het getal van de krijgslieden opgenomen, die onder ons bevel stonden en er wordt er niet één vermist”. Er is van deze selecte groep niet één gestorven.

In Openbaringen 7 en 14 zien wij ook dat God een volheid van 12 x 12.000 strijders er uit trekt en verzegelt voor de grote verdrukking, om de laatste strijd te strijden voor Yeshua terug komt en we het beloofde land in kunnen trekken. Deze 144.000 zullen een grote strijd leveren als voor de gehele Gemeente. Dit zijn de eerstelingen van God en het Lam die als eerste weggevoerd zullen worden (wat ook het mannelijk kind uit Openbaringen 12 is) naar de Troon van God om voorbereid en bekleed te worden voor de grote strijd. In deze 144.000 zal Yeshua zichzelf in Zijn volheid openbaren in kracht en autoriteit, in Geest en waarheid, vol vuur en heerlijkheid. Zij zijn een volle afstraling van Zijn Heerlijkheid. De laatste slag zal wereldwijd gestreden worden voor we het beloofde land zullen binnengaan. Er zal een overwinning zijn over alle vijanden. Maar ook hier onder wie de Naam van het Lam en de Vader op de voorhoofden zijn geschreven zal niemand vermist of gedood worden in de laatste strijd. En zo zal de Gemeente 1260 dagen onderhouden worden en buiten het gezicht van de slang gehouden worden.

En zo zien we dat deze selecte groep van strijders, deze grote Legermacht uit Num. 31 en Openbaringen 7 en 14 overeen komen.


Deze groep van 144.000 waarin Yeshua zich ten volle in zal manifesteren zullen zijn zoals Micha 5 vers 13 zegt: ”De doorbreker (Yeshua) trekt vóór hen op; zij breken door en trekken door de poort en gaan daardoor uit; en hun koning trekt vóór hen uit, en de Here aan hun spits.

Deze overblijfsel zijn als leeuwen die zorgen dat alle vijanden vernietigt worden. In Micha 2 staat in vers 7:” En het overblijfsel van Jakob zal zijn onder de natiën, te midden van vele volkeren als een leeuw onder de dieren des wouds, als een jonge leeuw onder de schaapskudden, die, wanneer hij er binnendringt, neerslaat en verscheurt, zonder dat iemand redt.

Zij zullen Gods volk beschermen en ondersteunen en uit de wereldvolken leiden zoals Mozes Gods volk geleid heeft uit Egypte. Het is een krachtig gezalfd Leger die niemand tegenhoudt, vol van Gods Geest en kracht en vuur. Het is een Leger als leeuwen die de werken van satan zal verscheuren en vernietigen en hen onder de voeten van Yeshua zal treden, zij zijn als het ware de weerhouders van het kwaad. Dezen zijn het die door God zelf zwaar getraind zijn in geloof en liefde en karaktervorming om overwinnaar te worden naar Zijn soevereine wil. Daarom ondervinden ze in hun leven veel tegenstand waardoor ze gevormd worden. Wie ongehoorzaam is aan de bevelen van dit Leger van God, de 144.000 die uit gaan als in de geest van Mozes en Elia, zijn als de dwaze maagden en blijven buiten en zullen sterven in de wildernis, wie gehoorzaam zijn aan dit Leger zullen als de wijze maagden zijn en zullen als het ware binnen hun poorten beschermt zijn zodat de vijand buiten blijft. Dit Leger staat als het waren tussen de vijand en het volk in. Zij zijn als een muur, een bescherming en houden het oordeel tegen om velen te bevrijden en te redden.

We weten dat Yeshua de Leraar der gerechtigheid is, en Hij vervulde bij Zijn eerste komst deze rol van Leraar. Maar bij Zijn tweede komst zullen deze Zonen Gods, die Zijn gehele Lichaam vertegenwoordigen, deze rol vervullen en worden geroepen om gerechtigheid te brengen op aarde om de Messias zijn volheid te openbaren aan alle mensen. Zij zijn het die het volk steunen en bemoedigen, hen verkwikken en opbeuren en troosten. En met deze komst van dit Leger brengen ze de ‘late regen’ mee van de Heilige Geest, Gods Ruach op aarde en zal de profetie van Joel 2 geheel vervuld worden.

Hoor, iemand roept: Bereidt in de woestijn de weg des Heren, effent in de wildernis een baan voor onze God. 4 Elk dal worde verhoogd en elke berg en heuvel geslecht, en het oneffene worde tot een vlakte en de rotsbodem tot een vallei. 5 En de heerlijkheid des Heren zal zich openbaren, en al het levende tezamen zal dit zien, want de mond des Heren heeft het gesproken. 6 Hoor, iemand zegt: Roep. En de vraag klinkt: Wat zal ik roepen? – Alle vlees is gras, en al zijn schoonheid als een bloem des velds. 7 Het gras verdort, de bloem valt af, als de adem des Heren daarover waait. Voorwaar, het volk is gras. 8 Het gras verdort, de bloem valt af, maar het woord van onze God houdt eeuwig stand. 9 Klim op een hoge berg, vreugdebode Sion; verhef uw stem met kracht, vreugdebode Jeruzalem; verhef ze, vrees niet; zeg tot de steden van Juda: Zie, hier is uw God! 10 Zie, de Here Here zal komen met kracht en zijn arm zal heerschappij oefenen; zie, zijn loon is bij Hem en zijn vergelding gaat voor Hem uit. 11 Hij zal als een herder zijn kudde weiden, in zijn arm de lammeren vergaderen en ze in zijn schoot dragen; de zogenden zal Hij zachtkens leiden. (Jesaja 40:3-11).

JP/ 16 februari 2018

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *