“Toen zond Farao iemand heen en liet Jozef roepen en men haalde hem met veel spoed uit de kerker.
(Gen. 41.14)
Het doel van God met Zijn kinderen is altijd weer herstel, verheerlijking en vereniging met Hem.
Het doel wat God met Zijn kinderen heeft kan Hij echter alleen bereiken bij hen die nederig van hart zijn, het is een voorwaarde. Verootmoedig u voor de Here zo zal Hij u verhogen. Verneder u onder de machtige hand van God opdat Hij u verhoge op Zijn tijd.
Het is een goddelijke principe waar menigeen zich tegen verzet. Wij mensen willen niet uit ons zelf buigen en daarom is de heerlijkheid van Jezus in Zijn gemeente verzwakt en verduisterd.
De Here is ons de weg van vernedering vooruit gegaan.
Laten we dit principe van God zien in Zijn handelen met Jozef.
De verwerkelijking van Gods doel bij Jozef begon na jaren van volledige isolering. In zijn bittere eenzaamheid trachtte Jozef krampachtig zich aan ieder menselijke steun vast te klampen en vroeg aan een ieder die hij hielp “denk aan mij, als het u wel gaat”.
Maar wat was het resultaat steeds van zijn verzoek ?
“Doch men vergat hem”.
Ben jij zo’n vernederd mens ?
Hebben mensen u bitter onrecht aangedaan ?
U verlaten en u vergeten ?
Ben u eenzamer geworden dan ooit tevoren ?
Wees bemoedigd en luister …: de schijnbare uiterlijke doelloosheid van uw leven is de laatste innerlijke voorbereiding tot de koninklijke heerschappij”.
Dat was ook zo bij Jozef, hij leefde geheel geïsoleerd en na jaren lang werd het slechts donkerder in het hol waarin hij zat en wanneer je in gedachten gedurende deze donkere tijd langs de muur van Jozef gevangenis gaat, dan hoor je hem zuchten: Heer ik begrijp Uw weg met mij niet meer.
Heeft U mij vergeten ?
En Hij bad het gebed Psalm 13:
Hoelang, HERE? Zult Gij mij voortdurend vergeten?
Hoelang zult Gij uw aangezicht voor mij verbergen?
3 Hoelang zal ik plannen koesteren in mijn ziel,
kommer hebben in mijn hart, dag aan dag?
Hoelang zal mijn vijand zich boven mij verheffen?
4 Aanschouw toch, antwoord mij, HERE, mijn God!
Verlicht mijn ogen, opdat ik niet inslape ten dode;
5 opdat mijn vijand niet zegge: Ik heb hem overmocht;
opdat mijn tegenstanders niet juichen, wanneer ik wankel.
6 Ik echter vertrouw op uw goedertierenheid,
over uw verlossing juicht mijn hart.
Ik wil de HERE zingen, omdat Hij mij heeft welgedaan.
Jozef had er geen vermoeden van dat juist gedurende deze algehele troosteloosheid de Here voor hem werkte en zelfs de machtige Farao een droom liet dromen om hem in ere te herstellen en zijn naam terug te geven.
En God gaf hem zijn koninklijke zalving en hij mocht heersen over al Zijn bezit.
Jozef was een bevrijder, en bevrijde Israël en de wereld van de hongersnood.Jozef baande hun juist door het lijden dat zij hem aangedaan hadden de weg tot leven en verzoening. Er was genade op zijn leven om de moeiten en het lijden te doorstaan voordat hij zijn plaats van gezag en autoriteit bereikte.
Velen van ons hebben een soortgelijke proces doorgelopen waar je veel is afgenomen en waar veel van je geroofd is.
Je bent in de war en gekwetst, en kan je zelfs op bepaalde tijden door God verlaten voelen.
Wat vaak het meeste pijn doet is het voortdurend verraad van degenen die je het meest lief hebt en die jou hadden moeten liefhebben , maar het niet deden. Het doet pijn de hardheid van de ander te zien alsof je er niet meer toe doet.
Soms voelde je je verdoofd als gevolg van de acties van anderen.
Maar, hoewel ze alles van je afgenomen hebben, je beroofd, bestolen en verraden hebben, klamp je nog steeds aan God vast, omdat door eigen angst het zonder God zijn nog meer ondenkbaar is.
En zo kan het principe geboorte, dood, opstanding zich in bepaalde opzichten door ons leven heen voltrekken, ook op het gebied van roeping.
Soms moet een roeping als het ware sterven, voordat zij bruikbaar wordt voor God.
Een christen, of een werk van God is niet zomaar afgeschreven.
Na een stille periode kan de oorspronkelijke roeping weer opbloeien.
Hij kan het oorspronkelijke vuur van de roeping na een hele periode van stille jaren weer uit het as doen herrijzen.
Zij die uit de diepte weer tot leven komen en uit de baarmoeder van de dageraad weer te voorschijn komen, worden vaak met verbazing aanschouwd door anderen.
Weer zoo waar, zoo toepasselijk. Amen! Dank!