Het gebroken GERSTEBROOD

In Johannes 6 lezen we het verhaal van de wonderbaarlijke spijziging dat Jezus de schare van mensen voedde met vijf gerstebroden en twee vissen. Toen iedereen verzadigt was beval Jezus aan zijn discipelen om alle overgebleven brokken te verzamelen opdat niets verloren zou gaan. En ze verzamelden zo twaalf korven met brokken van de vijf gerstebroden die overgebleven waren.

Mijn oog valt op de gerstebroden. Gerstebrood is een teken van Gods voorzienigheid en dat Hij veel doet door weinig heen. Een gerstebrood is een beeld van de eersteling en een overwinnaar met opstandingskracht. De gerst heeft altijd te maken met de eerste opstanding. We kunnen zien vanuit Leviticus 23 dat de oogst uit drie profetische feesten en fasen bestaan voor het oogsten van zielen en van opstandingen en van het verkrijgen van een verheerlijkt opstandingslichaam . Jezus is de Eersteling van de opstanding, Hij is de eersteling van de gerste-oogst die vroeg in het seizoen al rijp is, maar niet alle gerst in het Land was tegelijk rijp, en de gezalfde Eerstelingen van God en het Lam zij zijn de rest, en een overblijfsel van de gerste-oogst, deze zijn de overwinnaars, de zonen Gods. Het gebroken brood geeft de dood weer en het verzamelen spreekt van de opstanding, en er mag niets verloren gaan en in vers 39 staat ‘ dat Hij het opwekke ten jongste dage”.

Zoals de 12 manden (12 is het getal van de Goddelijke besturing of regering) met gerst werden verzameld, zo zal ook het gerstebrood, die de geroepen overwinnaars zijn en die gebroken werden om mensen eten te geven, op de laatste dag van dit tijdperk opstaan.

Zij, die het gerst(brood) zijn, zijn vaak de onaanzienlijken die niet in tel zijn en die door diepten zijn gegaan en die door vele vernederingen stand hebben gehouden. Maar God gebruikt de onaanzienlijken, een kleine leger om tot overwinning te komen. De overwinnaars, de zonen Gods zijn de gerstebrood in Jezus zijn Handen die gebroken moeten worden om de menigte van mensen te voeden. Deze groep van mensen vragen zich vaak af waarom ze zoveel problemen ervaren in plaatst van een zegevierend leven hebben en waarom ze vaak buitengesloten en afgewezen worden door kerk en vrienden. Waarom God zoveel enorme beloften geeft maar het leven in tegengestelde richting lijkt op te gaan en dat soms voor vele jaren en het lijkt soms alsof God hen had verlaten en bedrogen, maar ze klampen hun vast aan hun geloof. We zien dit ook terug in het leven van Jozef, ook hij had grote en machtige beloften, maar werd door de diepten gehaald, in de put geworpen door zijn eigen broers, en vernedert en beroofd van alles wat hij kende en wat hem dierbaar was. Velen leven als Jozef, geïsoleerd en verworpen, tussen de muren van gevangenschap en verbanning. Ze vragen zich af waarom God hen zo disciplineert en zwaar kastijd en hen nooit laat wegkomen met alles en hen veel fouten laat zien en aan de oppervlakte brengt. God heeft een doel met het gerstebrood en breekt hen om een menigte te voeden. Het is nu nog niet de tijd om te zegevieren maar te sterven aan henzelf. Het is tijd van ontledigt en ontkleed en ontrukt te worden aan ons eigen ik. Het verlost te worden van eigengerechtigheid en eigen rechten prijsgeef en de diepe weg van Jezus te gaan dat is achter het Lam aan. Hij breekt elke trots van deze overwinnende overblijfsel en stelt alles tot in de puntjes aan de kaak en legt veel dingen en fouten en bedrog in hun harten bloot. Het kan hen soms tot hopeloosheid en wanhoop drijven en hen met de rug tegen de muur zetten maar ze blijven staan en blijven geloven en zuchten “Heer ik begrijp uw weg niet, waarom vergeet u mij voortdurend” . (Ps. 13) Maar ze blijven in stilheid vertrouwen. Velen weten dat ze onwaardig zijn en de kerk(mensen) mogen hun daar graag aan herinneren en doen geloven dat ze zijn afgekapt met harde en botte bijl. Ze kijken en genieten zelfs over de dingen die ze koesterden en hoe die werden vernietigd en misbruikt en uiteindelijk alles van hen afgenomen werd van wat ze dachten wat ze nog hadden en lieten heb berooft achter. Wat vaak hen het meeste pijn deed is het voortdurend verraad van degenen die ze het meest lief hadden en die hen uiteindelijk lief hadden moeten maar het niet deden. Het doet pijn de hardheid van de ander te zien alsof je er niet meer toe doet. Maar, hoewel ze alles van je afgenomen hebben, je beroofd, bestolen en verraden hebben, klampen ze hun nog steeds vast aan God, omdat door eigen angst het zonder God zijn nog meer ondenkbaar is.

Maar in het soms schijnbare uiterlijke doelloosheid van hun leven is de innerlijk voorbereiding tot de Koninklijke heerschappij. In de stilte, in het verborgene worden deze mensen voorbereid, getraind en toegerust door God zelf. Zij die vele afwijzingen hebben te verwerken gehad en ernstig hebben geleden, die veel onrecht hebben verdragen worden voorbereid om in hun bestemming te komen. Na een tijd van isolatie, eenzaamheid, verlatenheid en te zijn vergeten, zal God op Zijn tijd ingrijpen. Psalm 105 zegt in vers 19, “Tot de tijd toe, dat Zijn woord kwam, heeft hem de rede des Heeren doorlouterd. De Koning zond heen en liet hem los, de heerser der volken maakte hem vrij; hij stelde hem tot heer over zijn huis, tot heerser over al zijn bezit, om zijn vorsten te binden naar zijn goeddunken, en zijn oudsten leerde hij wijsheid”. Daarom zullen velen de overwinnaars niet herkennen uit hun midden en achten het onwaarschijnlijk en de kans klein naar hun maatstaaf, dat onder hen overwinnaars zouden zijn, blijkend uit hun leven. Maar God kijkt en oordeelt anders en met andere ogen en kijkt door hun verbrokenheid heen, hun hart en karakter en de liefde tot de naaste. Alles wat van hem afgenomen werd bleek gedaan te zijn als voorbereiding voor de vervulling van hun bestemming en dat ze dit doorstaan hadden als voorbereiding en toerusting voor dat grote doel, het Koninklijk Priesterschap en het regeren met Hem, en heerser zijn over al Zijn bezit.

Ook een mooi voorbeeld, of schaduw in de Bijbel van een eersteling (gerst) is van Gideon die de vijand moest verjagen uit het land. In Richteren 7:13 staat, “Toen Gideon aankwam (bij de legerplaats van Midjan waar hij van Godswege zou horen wat de vijand zou zeggen), vertelde juist een man een droom aan zijn makker en zeide: “ Ik heb een droom gehad; zie, een gerstebroodkoek rolde de legerplaats van Midjan binnen, kwam tot aan de tent, stootte die om, zodat ze neerviel, en keerde ze onderstboven, en daar lag de tent.
Gideon wordt hier genoemd in de droom een gerstebroodkoek die de legerplaats binnen rolde. Een gerstebroodkoek is een beeld van de eersteling en een overwinnaar (met opstandingskracht) en wordt als een verlosser gebruikt om Israël te bevrijden van de vijanden zoals de eerstelingen van God en het Lam samen met Jezus in de eindtijd met Hem zullen strijden om Israël van de (demonische ) vijanden te verlossen .. (en van voedsel en brood te voorzien).

JP