Het herstel en de hereniging van het huis Israël en het huis Juda waar het verbond mee gesloten is, is de basisthema van Romeinen 9-11, als we dit in ons achterhoofd houden raken we niet in de war toen ons geleerd werd door degenen die het onderscheid niet begrepen tussen Israël en Juda.
Wanneer Paulus de term Israël gebruikte in hoofdstuk 9-11, verwees hij gewoonlijk naar het verstrooide huis van Israël die het eerstgeboorterecht hebben maar van wie de naam Israël tijdelijk werd afgenomen door hun ongeloof en afgoderij, want God had hun na de scheidbrief die ze hadden ontvangen weer belooft hen weer te hertrouwen (lees Hosea) zodat ze de naam Israël weer terug zouden krijgen maar dan alleen door het zoonschap, door het geloof in de Zoon van God Jezus de Messias, en dat in tegenstelling tot het huis van Juda. Maar soms gebruikt hij af en toe ook de term Israël om de volledige 12 stammen te beschrijven.
Velen dachten in deze hoofdstukken bij het woord “Israël”, dat het over de Joodse natie Juda ging maar dat is niet zo. Dus in Romeinen 9-11, toen Paulus de kwestie van Israëls verstrooiing door de Assyriërs bespreekt, verwees hij naar de zogenaamde “verloren stammen van Israël” die als een schat in het veld verborgen zijn, gezaaid over de gehele aarde die zich met miljoenen hebben vermenigvuldigd alleen hen die in Jezus de Messias geloofden, en verwees hij niet naar de Joden die zich in verschillende delen van het Romeinse Rijk hadden gevestigd.
In Romeinen 9 staat in vers 24: En dat zijn wij, die Hij geroepen heeft, niet alleen uit de Joden, maar ook uit de heidenen, 25 gelijk Hij ook bij Hosea zegt: “Ik zal niet-mijn-volk noemen: mijn-volk, en de niet-geliefde: geliefde. 26 En het zal geschieden ter plaatse, waar [tot hen] gezegd was: gij zijt mijn volk niet, daar zullen zij genoemd worden: zonen van de levende God.
Over wie gaat het hier als Paulus over de heidenen spreekt en de tekst uit Hosea 1 en 2 aanhaalt, juist over de 10 stammen Israël, de verstrooit zijn geraakt, en als onder de heidenen was met een Scheidbrief weggezonden (Jer. 3:8), maar ze zijn niet verborgen voor God.
Toen de Romeinen uiteindelijk Jeruzalem en zijn tempel verwoestten 70 na Chr., werd de natie Juda verstrooid en in ballingschap gestuurd. Ze werden om hun ongeloof afgewezen en werden afgebroken van de Olijfboom. Alleen dan kan worden gezegd dat zowel Israël als Juda volledig verstrooid waren.
De enige manier waarop Israël en Juda kan terugkeren als burgers van het Koninkrijk is door Jezus Christus, Jeshua de Messias. Als ze Hem als Koning accepteren, zijn ze allemaal verenigd als één lichaam in één Koninkrijk – samen met alle anderen uit de hele wereld die in de Messias geloven. Niemand kan het staatsburgerschap van het Koninkrijk claimen door zijn genealogie voor te leggen. Alleen het geloof doet ertoe. Het is echter belangrijk om te begrijpen dat de status van “Mijn volk” van Paulus gebaseerd was op het Nieuwe Verbond en zijn geloof in Jezus Christus – niet op zijn genealogie, noch op het Oude Verbond.
De naties Israël en Juda waren onder het Oude Verbond samengesteld uit burgers. Dat verbond werd verbroken en werd zo “achterhaald” ( Hebr. 8:13 ). Vanwege hun zonde beroofde God zowel Israël als Juda van hun burgerschap in het Koninkrijk. De enige manier om het burgerschap terug te krijgen is door het Nieuwe Verbond. Men kan het Oude Verbond niet meer gebruiken als basis van burgerschap in het Koninkrijk.
Elke natuurlijke Israëliet die Jezus als Messias verwerpen is geen Israëliet in Gods ogen, want de Naam Israël betekent God regeert, of met God regeren. En daarom zegt de Bijbel ook, zij zijn niet allen Israël die uit Israël komen, want alleen door Izaäk, door de belofte zal men van Israël spreken en zo als een ware afstammeling beschouwd worden.
1 Petrus (2) zegt:
Gij echter zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilige natie, een volk (Gode) ten eigendom, om de grote daden te verkondigen van Hem, die u uit de duisternis geroepen heeft tot zijn wonderbaar licht: 10 u, eens niet zijn volk, nu echter Gods volk, eens zonder ontferming, nu in zijn ontferming aangenomen. (zie ook Hosea 1).
Hier laat Petrus zien dat we een uitverkoren geslacht zijn alleen als we in Jezus de Messias “geloven”, alleen dan kan Israël als natie het ware verbondsvolk van God zijn, alleen DOOR GELOOF.
Gij bemerkt dus, dat zij, die uit het geloof zijn, kinderen van Abraham zijn……. Indien gij nu van Christus zijt, dan zijt gij zaad van Abraham, en naar de belofte erfgenamen.” Galaten 3:7)
“Nu werden aan Abraham de beloften gedaan en aan zijn zaad. Hij zegt niet: en aan zijn zaden, in het meervoud, maar in het enkelvoud: en aan uw zaad, dat wil zeggen: aan Christus.” (Galaten 3:16).
geweldige uitleg. dank je wel.
Waarheid en waarheid van elkaar scheiden is een hele opgave. Eerder is er gesproken op dit forum over de verloren schapen van Israël. Ten aanzien van het 10 stammenrijk werd een geschrift buiten de Schrift zelf als bewijs of als mogelijk bewijs aangehaald. Daar kun je in meegaan. Het 10 stammenrijk is verstrooid over de aarde. Niet uitgesloten is dan dat er vermenging heeft plaatsgevonden binnen de volkeren van Europa.
De Joden wilden in de tijd van de Evangelisten de Heer Jezus (Joshua) niet aanvaarden als hun Messias. Men liep tegen een muur op. Het gevolg daarvan was dat de Apostel Paulus een bijzondere opdracht kreeg die eigenlijk veel meer aandacht nodig heeft. Zeker in deze tijd. Hij werd uitgekozen om het Evangelie van Genade onder de Heiden volkeren te brengen. Door genade bent u behouden, niet door de werken van de Wet. Een aparte bedeling ofwel de Gemeente van Christus kon worden opgebouwd. Het is nu nog steeds genade tijd tot dat Christus Jezus zijn Gemeente wegneemt.
Er is inderdaad één weg voor zowel de Jood als de heiden om het Koninkrijk te beërven.
Maar zowel het oude verbond als het nieuwe of vernieuwde verbond is met dezelfde partijen gesloten.
En wel, met het Huis van Juda en met het huis van Israël. Daarbij komt ook de landbelofte.
Hebr 8:9-11
YHWH zegt: Ik zal Mijn Thora in hun verstand geven en Ik zal die in hun hart schrijven.
Dat de Gemeente is ingelijft bij Israël of een beeld van de 10 stammen is, maakt dat we in dat Nieuwe Verbond zijn gekomen. ( Alleen via de ene Weg, Messias Jesjoea.)
Zacharia 12 :10 lees ik dat over het Huis van David en de inwoners van Jeruzalem de Geest van genade en de gebeden wordt uitgestort. Dat dit spoedig in vervulling mag gaan.
Mijn inziens behoren tot het Huis van Juda op dit moment alle Joden, ongeacht uit welke stam.
Het Huis van Israël is de stok van Jozef welke in de hand van Efraïm is. Mijn inziens een beeld van de Gemeente, bestaande uit wedergeboren Israëlieten, Joden en heidenen.
Die stok komt samen bij de stok van Juda en het zal worden één Herder één kudde. Joh.10 en Ezech 37
Daarom geloof ik ook niet in een vooropname van de Gemeente. Geen bruiloft zonder Israël. Er zijn zoveel profetiën die gaan over het herstel van Juda en Israël, dat je die niet zomaar mag vergeestelijken.
Er is en blijft ÉÉN Weg via Jesjoea om in dat Nieuwe Verbond te worden opgenomen. In dat nieuwe verbond is het niet meer leven uit werken der Thora maar leven uit geloof en door Zijn Geest Thora leven.
Helemaal eens dus:
Gij bemerkt dus, dat zij, die uit het geloof zijn, kinderen van Abraham zijn……. Indien gij nu van Christus zijt, dan zijt gij zaad van Abraham, en naar de belofte erfgenamen.” Galaten 3:7)
“Nu werden aan Abraham de beloften gedaan en aan zijn zaad. Hij zegt niet: en aan zijn zaden, in het meervoud, maar in het enkelvoud: en aan uw zaad, dat wil zeggen: aan Christus.” (Galaten 3:16).
De brief aan de Galaten. Deze brief zal zeker gelezen worden door de Joden tijdens de grote Verdrukking.
Helemaal mee eens. Indien gij nu van Christus zijt, dan zijt gij zaad van Abraham, en naar de belofte erfgenamen.” Galaten 3:7). Wat gesteld en bevestigd wordt in de brief aan de Galaten zal de Joden tijdens de grote verdrukking dienen te weerhouden om te kiezen voor de Antichrist.
Mede om die reden geloof ik in een (eerdere) opname van de Gemeente van Christus.
De Apostel Paulus biedt voldoende houvast en vertroosting in: 1 Thessolonicensen 4 vers 13 t/m 17.
13 Doch, broeders, ik wil niet, dat gij onwetende zijt van degenen, die ontslapen zijn, opdat gij niet bedroefd zijt, gelijk als de anderen, die geen hoop hebben.
14 Want indien wij geloven, dat Jezus gestorven is en opgestaan, alzo zal ook God degenen, die ontslapen zijn in Jezus, weder brengen met Hem.
15 Want dat zeggen wij u door het Woord des Heeren, dat wij, die levend overblijven zullen tot de toekomst des Heeren, niet zullen voorkomen degenen, die ontslapen zijn.
16 Want de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem des archangels, en met de bazuin Gods nederdalen van den hemel; en die in Christus gestorven zijn, zullen eerst opstaan;
17 Daarna wij, die levend overgebleven zijn, zullen te zamen met hen opgenomen worden in de wolken, den Heere tegemoet, in de lucht; en alzo zullen wij altijd met den Heere wezen.
18 Zo dan, vertroost elkander met deze woorden.