Toen Adam en Eva in het Hof van Eden waren, waren hemel en aarde met elkaar verbonden en wandelde God in hun midden in al Zijn Heerlijkheid, ze hadden gemeenschappelijk omgang met elkaar en bespraken alles samen. Adam en Eva waren volmaakt geschapen en bekleed met Heerlijkheid tot de zonde kwam. Maar na de zondeval, nadat hun vertrouwensrelatie met God was verbroken door ongehoorzaamheid werden ze uit de Hof van Eden verdreven, het gevolg was echter de dood en de heerlijkheid waarmee de HERE hen bekleed had was verdwenen. De Heer gaat alles herstellen en heeft zijn verlossingsplan voor de toekomst klaar en zal deze in zijn geheel uitwerken. Hij zei “Ik zal vijandschap zetten tussen u en de vrouw, en tussen uw zaad en haar zaad; dit zal u de kop vermorzelen en gij zult het de hiel vermorzelen”. (Genesis 3:15) De Heer gaat Zelf de relatie tussen Hem en de mensen weer herstellen, en er is maar één mogelijkheid dat is door Zijn Zoon, Jeshua de Messias. En gelijk door één mens de zonde de wereld is binnengekomen en door de zonde de dood, zo is ook de dood tot alle mensen doorgegaan, omdat allen gezondigd hebben. Maar gelijk de zonde als koning heerste in de dood, zo ook de genade zou heersen door rechtvaardigheid ten eeuwigen leven door Jezus Christus, onze Here. (Romeinen 5:12, 21)
Het einddoel is een nieuwe hemel en een nieuwe aarde en een nieuwe Stad, het hemelse Jeruzalem, de bruid, de Vrouw van het Lam. Het nieuwe Jeruzalem is de verblijfplaats van God: Galaten 4 vers 26 zegt “Maar het hemelse Jeruzalem, dat boven is, is vrij; en dat is onze moeder.” En Hebreeën 12:22 “Maar gij zijt genaderd tot de berg Sion, tot de stad van de levende God, het hemelse Jeruzalem”. Eénmaal zal de Heilige Stad, het hemelse Jeruzalem, nederdalen uit de hemel van God. Dus de HEER is niet in het aardse Jeruzalem zoals velen zullen denken, deze zal zo Galaten 4 zegt weggezonden worden. Het (woord) Hagar betekent de berg Sinaï in Arabië. Het staat op één lijn met het tegenwoordige Jeruzalem, want dat is met zijn kinderen in slavernij. Maar zoals destijds hij, die naar het vlees verwekt was, hem, die naar de geest verwekt was, vervolgde, zo ook nu. 30 Maar wat zegt het schriftwoord? Zend de slavin (het tegenwoordige Jeruzalem) weg met haar zoon, want de zoon der slavin zal in geen geval erven met de zoon der vrije (het hemelse Jeruzalem).
Het aardse Jeruzalem zal niet alleen weggezonden worden maar ook gebroken worden Jeremia 19: vers 1-15. In vers 10 staat o.a. Breek dan de kruik ten aanschouwen van de mannen die met u zijn gegaan, aan stukken en zeg tot hen: 11 Zo zegt de Here der heerscharen: zo zal Ik dit volk en deze stad aan stukken breken, gelijk men pottenbakkersgerei aan stukken breekt, dat niet weder heel gemaakt kan worden; en in Tofet zal men begraven, omdat er geen plaats ter begrafenis is. 12 Zo zal Ik met deze plaats doen, luidt het woord des Heren, en met haar inwoners, en dat om deze stad te maken als Tofet.
De verbreking van Juda en Jeruzalem zal onherstelbaar zijn. Iets dergelijks zien we in de vervloeking door de Heer van de vijgenboom, waaraan tot in eeuwigheid geen vrucht meer zal komen (Math. 21:19). De vijgenboom is een beeld van de goddeloze volk. Tot hun schande zullen de lijken worden begraven in Tofet, de plaats waar zij hun kinderoffers hebben gebracht. De Here bevestigt op ernstigste wijze dat Hij Zijn voornemen in oordeel ten aanzien van plaats Jeruzalem en inwoners van Juda zal uitvoeren door erop te wijzen dat Hij die plaats als een Tofet zal maken. De stad wordt één groot Tofet, één grote vuilnisbelt. In Zefanja 1 staat: Het gericht op de dag des Heren “Ik zal mijn hand uitstrekken tegen Juda en tegen alle inwoners van Jeruzalem, en Ik zal uit deze plaats uitroeien het overblijfsel van Baäl en de naam der afgodsdienaren met de priesters, 5 en hen die op de daken zich nederbuigen voor het heer des hemels, en die zich nederbuigen en zweren bij de Here en zweren bij hun Moloch; 6 ook hen die van de Here afvallen, en die de Here niet zoeken noch naar Hem vragen.
Hier in Jeremia 19 wordt niet over het huis Israël gesproken, de 10 stammenrijk, wat in Jeremia 18 wordt besproken. Jeremia moet van de Heer naar het huis van de pottenbakker, en hij zag dat de pottenbakker bezig was om een werkstuk te maken op de schrijf. De hand van de pottenbakker heeft de klei bewerkt, maar het resultaat is niet goed in zijn ogen. Hij gooit de klei niet weg, maar maakt van hetzelfde stuk klei een andere pot, die wel goed is in zijn ogen. De pottenbakker werkt volgens een plan. Hem staat iets voor ogen om te maken dat beantwoordt aan het doel dat hij zich heeft gesteld. Als de pot daaraan niet beantwoordt, maakt hij van dezelfde klomp klei een andere pot. Dat is zijn vrijmacht als pottenbakker. Hij kan doen met de klei wat hij wil. Als Jeremia de pottenbakker bezig heeft gezien en heeft opgemerkt wat hij met de klei doet als de pot is mislukt, komt het woord van de HEERE tot hem. De HEERE spreekt door Jeremia Israël rechtstreeks aan. Zou Ik met u niet kunnen doen zoals deze pottenbakker, huis van Israël? spreekt de HEERE. Zie, zoals de klei in de hand van de pottenbakker, zo bent u in Mijn hand, huis van Israël.
Maar zo de Heer onheil over Juda (de Joden, de twee stammen) en Jeruzalem heeft bereid als ze zich niet bekeren van hun boze weg, wijzen ze ondertussen Jeremia er op dat hij er niet op moet rekenen dat zij zich bekeren. Elke hoop daarop verklaren ze als zinloos. Ze hebben hun eigen plannen. De plannen van God interesseren hen niet. Het volk leeft voor zichzelf en overeenkomstig hun eigen verharde, boosaardige hart.
Zo heeft de Heer heil uitgesproken over het huis Israël (Efraïm, 10 stammen, zij die het Eerstgeboorterecht hebben) als de pot mislukt maakt hij van dezelfde klomp klei een andere pot, maar Hij zal met hen niet doen zoals met Juda en Jeruzalem, dat Hij in stukken zal slaan en bij de Schervenpoort zal brengen.
Als we Ezechiël de Hoofdstukken 21-23 lezen zien we dat er door de Heer zelf een eindafrekening komt tegen Jeruzalem (die de bloedstad wordt genoemd) en het land Israël, en dat hun ongerechtigheid in herinnering zal worden gebracht en de overtredingen zullen openbaar worden zodat de zonden zichtbaar zullen worden in al hun handelingen, het is een burcht van onreinheid en vol van wanorde, dat de Heilige dingen veracht, en de vorsten van Israël zijn er op uit ieder zoveel mogelijk bloed te vergieten. Door alle zonde en gruwel zegt de Here zal Ik u bijeenbrengen en verzamelen in Jeruzalem. Ook kwam het woord tot Ohola (=Samaria, de 10 stammen van Israël) en Oholiba (= Jeruzalem, huis Juda) Ezechiël 23, vers 30, “Dat zal men u aandoen wegens uw overspel met de volken, omdat gij u verontreinigd hebt met hun afgoden. 31 Gij hebt de weg van uw zuster bewandeld; daarom zal Ik u haar beker in de hand geven. 32 Zo zegt de Here Here: De beker van uw zuster zult gij drinken, die diepe en wijde beker – tot belaching en spot zult gij zijn –, boordevol. 33 Met dronkenschap en kommer zult gij vervuld worden; een beker van huivering en ontzetting is de beker van uw zuster Samaria. 34 Gij zult hem tot de bodem toe uitdrinken, zijn scherven stuk bijten en uw borsten openrijten – want Ik heb het gesproken, luidt het woord van de Here Here.
Dit komt veel overeen met Openbaringen 17 vers 4 “en zij had in haar hand een gouden beker, vol gruwelen, en de onreinheden van haar hoererij, en 18 vers 6 Vergeldt haar, gelijk ook zij vergolden heeft, en geeft haar dubbel naar haar werken; mengt haar het dubbele in de beker, die zij gemengd heeft. En in Openbaringen 11 staat over Jeruzalem, En hun lijk (zal liggen) op de straat der grote stad, die geestelijk genaamd wordt Sodom en Egypte, alwaar ook hun Here gekruisigd werd.
Jeruzalem vs Jeruzalem
Er zijn twee Jeruzalems met verschillende bestemmingen. Beide steden worden “Jeruzalem” genoemd, dus dat is meer dan één stad. Jeruzalem wordt in de Schrift altijd in het meervoud geschreven. Geen van de profeten maken een duidelijk onderscheid tussen het hemelse en het aardse Jeruzalem, behalve in het feit dat de naam ‘Jeruzalem’ eigenlijk meervoud is in het Hebreeuws Ierushalayim. Het einde van Ierushalayim, namelijk ayim, zorgt ervoor dat het woord een dubbele betekenis heeft en dus zou het opgevat moeten worden als ‘twee Jeruzalems, twee steden van vrede’.
Wanneer Christenen zich beginnen te identificeren met het aardse Jerusalem, en met het Judaïsme, net zoals de vroege kerk, dan worden ze gezien als geestelijke kinderen van Hagar, en zullen dezen de belofte van Abraham nooit voortbrengen, deze kan alleen door Sarah komen, namelijk dat is het nieuwe Jeruzalem dat van boven is. Paulus geeft de oplossing om de slavin Hagar en haar zoon weg te zenden, (zo zal Jeruzalem vernietigt en weggedaan worden). Maar velen op aarde kijken nog naar de oude stad als zijnde het beloofde erfdeel. De kerk moet zich hier van bekeren en het Oude Jeruzalem wegjagen dan zal het Nieuwe Jeruzalem volledig tot openbaring komen, dit is het “ware huis van David” die vanuit de hemelse berg Sion regeren.
Er zijn veel ogenschijnlijke tegenstrijdigheden in de geschriften van de profeten met betrekking tot “Jeruzalem”. Sommigen schilderen de stad af als een zegen voor de aarde, met een glorieuze toekomst; anderen schilderen de stad af als een vloek voor de naties, die uiteindelijk zonder hoop zal worden vernietigd. Beide reeksen profetieën kunnen niet van toepassing zijn op dezelfde stad, maar als we zien dat er twee steden zijn met dezelfde naam, dan is de Schrift niet tegenstrijdig.
In Jesaja 65 staat in vers 17 “want zie Ik schep een nieuwe hemel en een nieuw aarde” en in 18 “Ik schep (nieuwe) Jeruzalem tot jubel en zijn volk tot blijdschap. (Openbaring 21 , nieuwe hemel en nieuwe aarde, ook nieuw Jeruzalem)
Het is niet de oude stad, die de aardse stad Jeruzalem is want de vroegere dingen zullen niet meer worden herinnerd of in de geest komen. Het aardse Jeruzalem spreekt men van vroegere dingen, waar niemand meer naar terug verlangt en die in contrast staan met de “nieuwe” dingen die worden geschapen. Johannes citeert vele malen Jesaja (65). Als Jesaja het over Jeruzalem heeft is het een verwijzing naar het “nieuwe Jeruzalem”. Het komt erop neer dat de oudtestamentische profeten over Jeruzalem spreken zonder onderscheid te maken tussen de aardse stad en de hemelse stad. Het wordt dus aan ons overgelaten om door de Geest te onderscheiden welke stad elke profetie daadwerkelijk zal vervullen.
Terwijl Jesaja over “Jeruzalem” spreekt als “zich verheugen”, laat Johannes zien dat het nieuwe Jeruzalem een bruid is, waarmee hij ons de onderliggende reden geeft om ons erover te verheugen. Het nieuwe Jeruzalem wordt niet beperkt door geografie, want het is een geestelijke stad die is gemaakt van mensen, niet van steen, baksteen en hout.
De nieuwe mens is door God verwekt, niet door de mens, en hij is een nieuw schepsel ( 2 Kor. 5:17 ). Het oude wordt vervangen door het nieuwe. Daarom, als de profeten spreken over het herstel van Jeruzalem, moeten we begrijpen dat het nieuwe Jeruzalem niet het oude Jeruzalem is. De hemelse stad is niet de aardse stad. Paulus vertelt ons in feite dat de aardse stad “uitgeworpen” moet worden ( Gal. 4:25 , 30 ), en dat het niet onze “moeder” is. Onze moeder is het Nieuwe Verbond (“Sarah”), niet het Oude Verbond (“Hagar”). Ons vlees (of oude mens) was van Hagar en van het aardse Jeruzalem; onze geestelijke mens (of nieuwe mens) is van Sara, het hemelse Jeruzalem. Naar aanleiding van het schaduwbeeld van Ezechiël; 40-48 zal het aardse Jeruzalem niet meer de plaats zijn waar Gods huis zal staan, het Heiligdom van de HERE die zal in het midden van het allerheiligst gebied zijn want het aardse Jeruzalem zal vernietigt en een vlakte worden.
In de toekomst, in het duizendjarig vrederijk, zal er uit de directe tegenwoordigheid van God, vanuit het hemelse Jeruzalem zijn en daar zal een stroom van levenswater vloeien (Ezech. 47:1). Deze stroom zal leven en genezing geven (Ezech. 47:9; Openb. 22:1-2).
We gaan er gewoonlijk van uit dat er een duizendjarig rijk zal zijn en daarna een nieuwe hemel en nieuwe aarde. Maar kan het ook zo zijn dat er een overlapping kan zijn, een gedeeltelijk samenvallen, dat het mogelijk is dat Hij creëert een nieuwe hemel en een nieuwe aarde wanneer het millennium tijdperk begint, zoals in 2 Petrus 3 va 10 staat “Maar de dag des Heren zal komen als een dief. Op die dag zullen de hemelen met gedruis voorbijgaan en de elementen door vuur vergaan, en de aarde en de werken daarop zullen gevonden worden. Daar al deze dingen aldus vergaan, hoedanig behoort gij dan te zijn in heilige wandel en godsvrucht, 12 vol verwachting u spoedende naar de komst van de dag Gods, ter wille waarvan de hemelen brandende zullen vergaan en de elementen in vuur zullen wegsmelten. 13 Wij verwachten echter naar zijn belofte nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont.”
Dat het millennium waarin we met Hem zullen regeren als Koningen en Priesters gedeeltelijk vanuit of/ op de nieuwe aarde zal zijn? Als je dan naar Jesaja 65 leest staat er vanaf vers 17
Want zie, Ik schep een nieuwe hemel en een nieuwe aarde; aan wat vroeger was, zal niet gedacht worden, het zal niemand in de zin komen. 18 Maar gij zult u verblijden en juichen voor eeuwig over hetgeen Ik schep, want zie, Ik schep Jeruzalem tot jubel en zijn volk tot blijdschap. 19 En Ik zal juichen over Jeruzalem en Mij verblijden over mijn volk. En daarin zal niet meer gehoord worden het geluid van geween of van geschreeuw. 20 Daar zal niet langer een zuigeling zijn, die slechts weinige dagen leeft, noch een grijsaard, die zijn dagen niet voleindigt, want de jongeling zal als honderdjarige sterven, zelfs de zondaar zal eerst als honderdjarige door de vloek getroffen worden.
Is het niet vreemd dat daar staat in vers 20 dat daar :
“niet langer een zuigeling zijn, die slechts weinige dagen leeft, noch een grijsaard, die zijn dagen niet voleindigt, want de jongeling zal als honderdjarige sterven, zelfs de zondaar zal eerst als honderdjarige door de vloek getroffen worden.”
En is vers 25 :
De wolf en het lam zullen tezamen weiden en de leeuw zal stro eten als het rund, en de slang zal stof tot spijze hebben; zij zullen geen kwaad doen noch verderf stichten op gans mijn heilige berg, zegt de Here.
En velen zien dit altijd als een beschrijving van de duizendjarig vrederijk, want in het duizendjarig vrederijk zie je dat er mensen zijn die dan opgroeien en zullen sterven en ook dat er koningen en priesters zijn die over de mensen zullen regeren.
Wij als zonen en dochters van God zullen een onsterfelijk verheerlijkt opstandingslichaam hebben, wij zullen niet meer sterven en doodgaan zoals in Jesaja 65 staat beschreven. Dus er zal een sterfelijk menselijk bestaan zijn hier op aarde. Daaruit maak ik op dat voordat het duizendjarig rijk dat zoals je ook ziet in vers 17 dat hiervoor beschrijft de nieuwe hemel en aarde, dat deze elkaar gedeeltelijk overlappen en samenvallen.
Kijk een naar Openbaring 22 vers 2, midden op haar straat en aan weerszijden van de rivier staat het geboomte des levens, dat twaalfmaal vrucht draagt, iedere maand zijn vrucht gevende; en de bladeren van het geboomte zijn tot genezing der volkeren.
Waarom zal er op de nieuwe aarde genezing zijn voor de volkeren ?!
En waarom staat er aan de overwinnaars van de 7 gemeenten en dan specifiek in Efez., “Wie overwint, hem zal ik geven te eten van de boom de Levens, die in het paradijs van God is.
De overwinnaars zij zijn degenen die heersen zullen met Christus als koningen en priesters in het duizendjarig vrederijk en hebben gezag over de natiën. Wij gaan er van uit dat ze dan niet in het paradijs zijn, bij de boom des levens, op de nieuwe aarde, maar ze zullen op aarde regeren over volkeren. En als wij een onsterfelijk lichaam hebben, waarom hebben we dan nog genezing nodig, het is voor de volkeren in het duizendjarig vrederijk. Daar zullen de mensen nog steeds ziek kunnen worden en sterven en de bladeren van het geboomte zijn tot genezing voor hen, voor de volkeren.
En wij, zijn zonen en dochters zullen Zijn heerlijkheid zien en zullen in Zijn Licht wandelen en Zijn Naam zal op hun voorhoofden zijn (Openb. 22:4 ; Openb. 14).
Ik zie hier een overlapping van deze twee (hemels en aards), zij die op aarde wonen en nog ziek kunnen worden en kunnen sterven en genezing nodig hebben. In Zacharia 14 staat welke mensen dat zijn in vers 16 “Allen, die zijn overgebleven van al de volken, die tegen Jeruzalem zijn opgerukt, zullen van jaar tot jaar heentrekken om zich neer te buigen voor de Koning, de Here der heerscharen, en het Loofhuttenfeest te vieren.”
Zo zullen er in het millennium mensen zijn die een verheerlijkt opstandingslichaam hebben, die als Koningen en priesters zullen regeren met Jeshua op deze aarde in de orde van Melchizedek, vanuit het Nieuwe Jeruzalem, (de nieuwe hemel en nieuwe aarde).
Maar er zullen ook nog mensen zijn met een natuurlijk lichaam op aarde, die geen onsterfelijk lichaam hebben, deze zullen in deze duizendjaar naast elkaar staan. En samen zullen ze opwassen tot volwassenheid en tot de volheid van Christus.
En dan uiteindelijk zullen we wandelen als voorheen zoals de HERE wandelde op aarde onder de mensen, ons lichamen zullen veranderd zijn en aan Jeshua zijn verheerlijkt lichaam gelijkvormig worden. Nu is onze Heerlijkheid die we reeds bezitten in ons leven nog niet zichtbaar en verborgen, maar die zal gezien worden in ons wanneer we voor Christus staan, bij Zijn komst, dan zullen we zien wie we werkelijk zijn, en dan zullen we zien een ieder zoals hij is in zijn eigen glans en heerlijkheid. Dat we mogen zijn zoals Jeshua is, Hij was een afstraling van de Vader, een afdruk van Zijn wezen, laten wij dat nu ook van Hem zijn, zodat een ieder die ons dan ziet, ook in het Millennium , de mensen niet ons zien, maar Jeshua in Zijn Heerlijkheid en volheid en luister. Wij mogen bekleed zijn met Hem.
JP, 31 maart 2023
Wat een prachtig stuk weer. Ik dank je dat je het allemaal eenvoudig en toch zo diepgaand ons kunt schrijven.
Ik zet hier nog even een verschil van de twee Jeruzalems naast elkaar uit Zacharia.
De profeet Zacharia spreekt o.a in zijn profetieën over Jeruzalem en het Nieuwe Jeruzalem over grenzen en grenzen van de wet. Zacharia is een van de moeilijkst te begrijpen profeten. Hij spreekt zoveel over Jeruzalem, maar net als de andere profeten maakt hij geen onderscheid tussen het Oude en het Nieuwe Jeruzalem. In Zach. 2:1-5 lezen we,
de Man met het meetsnoer
1 Opnieuw sloeg ik mijn ogen op en zag, en zie, er was een Man met een meetsnoer in Zijn hand.
2Toen zei ik: Waar gaat U heen? Hij zei tegen mij: Ik ga Jeruzalem opmeten om te zien hoe groot zijn breedte en hoe groot zijn lengte zal zijn.
3 En zie, de Engel Die met mij sprak, trad naar voren en een andere engel trad Hem tegemoet.
4 En Hij zei tegen hem: Loop snel, spreek tot die jongeman en zeg: Jeruzalem zal niet ommuurd blijven, vanwege de veelheid aan mensen en dieren in haar midden.
5 En Ík zal voor haar zijn, spreekt de HEERE, een muur van vuur rondom, Ik zal in haar midden tot heerlijkheid zijn.
Er zijn twee mannen en twee engelen in dit visioen. Zacharia is een van de mannen, maar hij ziet een andere man uitgaan om het oude Jeruzalem op te meten, blijkbaar in opdracht van de eerste engel die in het visioen met Zacharia had gesproken.
Maar toen de eerste engel naar buiten ging en het toneel verliet, zei de tweede engel tegen de eerste engel dat hij snel moest rennen en de man met de meetlijn moest vertellen Jeruzalem NIET te meten. Er leek een verandering van plan te komen. Waarom de tegenstelling?
Het is in de eerste plaats om het verschil tussen de twee Jeruzalems te laten zien.
Het aardse Jeruzalem kon worden gemeten (zie bv ook Openb. 11:1-2); het hemelse Jeruzalem kon dat niet.
De genoemde reden voor het niet meten van de stad is te zien in vers 4, ” Jeruzalem zal bewoond worden zonder muren, vanwege de veelheid van mannen en vee binnen haar .” Hoewel de metafoor van een aardse stad is, spreekt het van de hemelse stad, die veel groter en inclusiever is dan de oude stad. In die stad zijn niet alleen “mensen” maar ook “vee”.
Het Nieuwe Jeruzalem is niet beperkt zoals het Oude Jeruzalem was. Maar de engel vervolgt in vers 5 en zegt dat God Zelf ” een muur van vuur om haar heen zal zijn “.
Met andere woorden, er is geen fysieke muur, zoals het Oude Jeruzalem had. De muur van het Nieuwe Jeruzalem is het karakter van God Zelf, zoals uitgedrukt in Zijn Woord en vurige wet.
Jesaja spreekt ook over het nieuwe Jeruzalem en spreekt over zijn muren in Jesaja 60 : 17, 18” Ik zal vrede tot uw overheid maken en gerechtigheid tot uw heerseres. 18Van geen geweld zal in uw land meer gehoord worden, van verwoesting noch verderf in uw gebied; en gij zult uw muren Heil noemen en uw poorten Lof.
Ook zien wij in Openbaringen 21, dat de muur van het hemelse Jeruzalem wordt opgemeten met een gouden meetstok.
15En hij, die met mij sprak, had een gouden meetstok om de stad op te meten , en haar poorten en haar muur. 16En de stad lag in het vierkant en haar lengte was even groot als haar breedte; en hij mat de stad op met de stok: twaalfduizend stadiën; haar lengte en haar breedte en haar hoogte waren gelijk. 17 En hij mat haar muur op: honderd vierenveertig el, mensenmaat, die engelenmaat is.
Naar deze profetie wordt verwezen in Openbaring 21 , waar Johannes het nieuwe Jeruzalem beschrijft. Wanneer we deze andere profetieën koppelen aan het visioen van Zacharia, zien we dat Zacharia sprak over het nieuwe Jeruzalem met zijn muur van vuur. De vurige muur beeldt het karakter van God uit, want Hij verscheen slechts als vuur voor Israël op de berg Horeb. Jesaja zegt dat deze muur van vuur Jeshua (Heil) genoemd moet worden, want Hij is Degene die de exacte uitdrukking is van het karakter van de Vader ( Hebreeën 1:3 ). De wet drukte Zijn karakter en Zijn wil uit, en Jeshua vervulde precies zowel de letter als de geest van de wet.
De muur van het Nieuwe Jeruzalem is echter een echte muur van vuur; maar ondanks de beperkingen van de wet zei de engel tegen Zacharias dat het een grote menigte zou huisvesten. Daarom moet het niet worden gemeten en mogen er geen grenzen aan worden gegeven.
De heilige Stad Jeruzalem in de hemel is “de Bruid” wat beschreven staat in Openbaringen 21 vs 9,10 “Kom ik zal u de bruid, de vrouw des Lams. En hij voerde mij weg in de geest op een grote en hoge berg en toonde mij de heilige stad Jeruzalem, …. zij had de heerlijkheid van God, en haar glas geleek op een kostbaar gesteente, als de kristalheldere diamant. “
De heilige Stad is geestelijk en heeft dus in die zin geen geografische plaats, het aardse Jeruzalem kan daar geen afstraling van zijn, deze is in slavernij en gebonden en vleselijk, de Heer had het aardse Jeruzalem verlaten, en zal in die tijd, net zoals Hagar verdreven zijn (Galaten 4: 25, 30).
Ik geloof dat vanuit de Nieuwe Stad het hemelse Jeruzalem, dat daar Zijn troon zal staan, dus onder Zijn volk, hier is het dat God zegt, Zie, de tent (huis, stad) van God is bij de mensen” en dat is overal en dan zullen Hemel en aarde in het millennium verbonden zijn met elkaar (en elkaar nog overlappen).
Terwijl hoofdstukken 40 tot en met 48 van Ezechiël NIET verwijzen naar de Millennium Tempel en priesterschap in Jeruzalem, maar naar een Tempel die zou kunnen zijn als het Huis van Israël zich van hun nationale zonden had bekeerd. Er zal zeker geen tempel in het duizendjarig vrederijk komen naar het ontwerp van Ezechiël, dat was een eenmalig aanbod als zij zich hadden bekeerd, maar ze hebben zich niet bekeerd en verwierpen deze aanbod. Ik geloof wel dat deze hoofdstukken 40-48 een type en schaduwbeeld zijn voor wat komt, maar dan vertaald vanuit het vernieuwde verbond, zodat het niet in tegenspraak is met Hebreeën.
Na het schaduwbeeld van Ezechiël 40-48, zal het Heiligdom des Heren, het heilige deel niet in het midden van het aardse Jeruzalem (want die zal tot een vlakte zijn) zijn maar in het midden van het land, te midden van de Heilige Heffing. Dat houdt in dicht bij Siloh, deze Heiligdom zal in verbinding staan met de Heilige weg, het Nieuwe Jeruzalem, de Levende Stad van God.
De oude Stad, de naam Jeruzalem kom je nergens tegen in Ezechiël 40-48. Wel de Heilige Stad in Hfd. 48, en dan heb je niet de aardse stad maar zien we het nieuwe Jeruzalem en de naam der stad zal voortaan zijn: de Here is aldaar.