Omdat ik me steeds meer bewust wil worden en erover na wil denken waarom we bepaalde dingen doen zoals we ze doen en niet alles klakkeloos over willen nemen, vooral ook als nieuw testamentische gelovige die vanuit de schaduw tot het volle Licht zijn gekomen, die leven onder het nieuwe verbond onder de orde van Melchizedek, dus uit de vervulling leven, en niet terug wil naar de schaduw onder het Oude Verbond. Want Hebreeën 7 zegt in vers 12, “Want uit een verandering van Priesterschap volgt noodzakelijk ook een verandering van wet”.
Door Jezus de Messias zijn dood en opstanding heeft Hij “de schaduwen” in het Oude Testament vervuld en de bindende kracht van “de wet bestaande uit bepalingen” opgeheven. (Colossenzen 2:14-17). Het woord ‘bepalingen’ duidt hier op het hele wetssysteem dat God via Mozes had verordend.
We zien uit Colossenzen 2 in vers 17 dat dingen zoals een feestdag, nieuwe maan of sabbat of inzake eten en drinken een schaduw was van hetgeen komen moest terwijl de werkelijkheid van Christus is.
Jezus vervulde de wet (Math. 5:17), die al zijn typen en schaduwen omvatten (Hebr. 8,9,10). Alleen het volmaakte Lam kon deze wet vervullen. Het Levitische systeem was een afbeelding van de komende Verlosser, door te zeggen HET IS VOLBRACHT. De hele schaduwdienst is in Hem vervuld. Alle feesten en dagen, het priesterschap, inrichtingen van de tabernakel en tempel en offerdiensten, de wetten en al de oudtestamentische beelden en typen zijn voorafschaduwen die allen in Jezus onze Heer vervuld zijn en waarvan Hij de werkelijkheid is. Hij is de Aanwezige de zichtbare. Hij is de borg en middelaar van een beter Verbond. Al de overtredingen zijn in Hem beëindigt, de zonde is afgesloten en de ongerechtigheid verzoend om zo eeuwige gerechtigheid te brengen.
Ook in Hebr. 10 vers 1 zien we dat een voorafschaduw iets is wat nog niet werkelijkheid is maar toont iets wat nog in de toekomst komen moet.
“Want daar de wet slechts een schaduw heeft der toekomstige goederen, niet de gestalte dier dingen zelf, is zij nimmer in staat ieder jaar met dezelfde offeranden, die onafgebroken gebracht worden, degenen, die toetreden, te volmaken. Hebr. 10:1.
Dezen verrichten slechts dienst bij een afbeelding en schaduw van het hemelse, blijkens de godsspraak, die Mozes ontving, toen hij de tabernakel zou gereedmaken. Zie toe, zegt Hij immers, dat gij alles maakt naar het voorbeeld, dat u getoond werd op de berg. Hebr. 8:5
Als je de schaduw uit de bijbel weghaalt en nietig verklaard en als afgedaan, dan is er ook geen werkelijkheid en geen volheid meer en verdwaal je. Want het OT is een schaduw van de toekomstige dingen die nog moeten komen. De schaduw is gegeven omdat het ergens naar verwijst naar iets wat werkelijk is naar iets wat groter is, wat waar en echt is. Het verwijst naar de volheid onze Hoop en vooruitzicht en verwachting. Alles heeft een profetische betekenis.
We moeten deze OT schaduwen in nieuw testamentische context interpreteren. Het Oude Testament is een leerzame schaduw tot ons onderricht geschreven, en als God het Oude Testament gaat vervullen, dan zal al Zijn vervullingswerk tegelijkertijd een opheffen zijn van de schaduwgeschiedenis. Hij heft het eerste op, om het tweede te laten gelden. De nieuwtestamentische boeken Romeinen, Galaten en Hebreeën leren duidelijk dat Jezus de Messias de oudtestamentische schaduwen heeft vervuld en de nieuwe testamentische werkelijkheden heeft geïntroduceerd en het oude heeft opgeheven.
De geschiedenissen, profetieën en typen van het Oude Testament zijn allemaal een ‘schaduw’ van het heilsplan van God, ze werpen allemaal vooruit als een openbaring van de komende Messias.
De ceremoniële rituele wetten in de oudtestamentische periode (orde van Aäron/ Levitische priesterschap) waren alleen maar uiterlijke verordeningen die opgelegd werden tot op de tijd van de betere orde (Melchizedek) , de nieuwtestamentische periode. (Hebreeën 9:8-10)
Alle ceremoniële wetten waren “schaduwen” van de “werkelijkheden” die zouden komen met de eerste komst van Jezus aan het begin van de nieuwtestamentische periode. Jezus Christus is de vervulling en de werkelijkheid van de wet.
Na de dood en opstanding van Jezus zijn het heiligdom, Jeruzalem en Israël niet langer het middelpunt van Gods heilsgeschiedenis, maar werden vervangen door het hemelse Heiligdom, het hemelse Jeruzalem en een hemels Vaderland, de Messias is het heiligdom binnen gegaan dat niet met handen gemaakt is. Wij, de gelovigen verwachten “de stad die fundamenten heeft, waarvan God de Bouwer en Ontwerper is”. Want wij, de gelovigen, hebben hier geen blijvende stad, maar wij zoeken de toekomstige” (Hebr. 13:14). Wij als gelovigen verlangen naar een beter, dat is naar een hemels Vaderland” (Hebr. 11:16).
In de OT toen het volk Israël in de schaduwen liep en deze dingen nog niet werkelijk gebeurt en vervuld waren gaf dat veel problemen en onzekerheid, zij kenden de werkelijkheid niet, die Jezus de Messias is, die wij nu kennen vanuit het Nieuwe testament, het nieuwe verbond in Zijn bloed. Maar nu tot betrekking van de tweede komst van de Messias, dat nog niet gebeurd is, is er bij ons ook onzekerheid wat die volheid nu is en wat er gebeuren gaat. Er bestaan zoveel inzichten en visies, maar de werkelijkheid weten wij niet hoe dat precies zal gaan, wij hebben daarin ook alleen een fundament dat gelegd is in al de typen en schaduwen, in de profetieën, en in de levens van mensen door het oude en nieuwe testament. We moeten geestelijk gaan denken, geestelijk gaan interpreteren. Wij zijn een tempel, het geestelijke lichaam waarvan de stenen tempel slechts een patroon, een type en schaduw was in het Oude Testament.
Al de Bijbelse typen en schaduwen uit het Oude en Nieuwe Testament zullen in onze tijd weer herhaald worden. Het is profetisch aan ons gegeven, zodat wij kunnen weten wat er gaande is.
JP
Al de overtredingen zijn in Hem beëindigt, de zonde is afgesloten en de ongerechtigheid verzoend om zo eeuwige gerechtigheid te brengen.
Kun je hier ook zeggen; daarom heeft Yahusha de tuchtmeester aan het kruis geslagen?
De Bijbel zegt in Galaten 3: 24: “Zo dan de wet is onze tuchtmeester geweest tot Christus, opdat wij uit het geloof zouden gerechtvaardigd worden.”
De wet is dus een tuchtmeester geweest tot Christus en wij zijn niet meer onder de tuchtmeester. De wet diende om de overtreding te doen blijken, zij was er bijgevoegd.
Gods eeuwig Verbond is een bloedverbond wat we zien in Genesis 17:10 die Hij met Abraham sloot, dit bloedverbond is altijd een verbond onder de orde van Melchizedek. Deze (boek des) verbond (vs7) werd later “bevestigt” met Mozes in Exodus 24:8, wat afgesloten werd met een maaltijd en zij aanschouwden God en zij aten en dronken.
De boek van de wet (Exodus 24:12 – Deuteronomium 31:26 die ook al de vloeken van het verbond bevatten), wat voorwaardelijk was, werd binnen 40 dagen verbroken en geschonden door het gouden kalf, ze verontreinigden zichzelf en pleegden afgoderij wat een doodzonde is. De boek der wet, (wat onder de orde van Aäron was) werd opgeschreven om Israël te onderwijzen (Ex 24 vs 12) en deze werd naast het Verbond ‘toegevoegd’ . Want het boek der wet is geen geloof maar om het doen van de wet. Door de wet te houden ontvangen wij niet ons erfenis want die heeft niets te maken met Gods belofte aan Abraham, want deze boek der wet was trouwens onbekend voor Abraham, die kwam later pas.
Zo zien we dan nu in onze tijd dat het oude priesterschap van Aäron achterhaald is en dat het tijdelijk en niet eeuwig was, en dat we in Yeshua door Zijn bloed in het nieuwe verbond over zijn gegaan naar een eeuwigdurend priesterschap naar de orde van Melchisedek.
Hier staat het meer uitgebreid over geschreven:
https://www.olivebranch57.nl/melchizedek/hij-die-u-geroepen-heeft-de-orde-van-melchizedek/
Colossenzen 2:14-17
Het woordje “bepalingen” hier staat in de manuscripten als “dogmas”, een woordje dat elders altijd alleen wordt gebruikt voor menselijke inzettingen (Talmoed) en niet de Tenach.
Met bepalingen bedoel ik de Bijbelse inzettingen en verordeningen, geboden, Gods leefregels en geen dogma’s.
(Het is soms maar net welke vertaling je gebruikt)
Maar wat bedoelt Paulus met het woordje bepalingen? Kijk naar de betekenis van woordje in de Griekse manuscripten. Het verwijst naar iets anders dan God zijn leefregels.
Een dogma is een leer die niet te veranderen is, net zoals een Bijbel niet te veranderen is of mag worden veranderd. Het is een vastomlijnde Bijbels geloofsleer, dit heeft niet direct te maken met de Talmoed, of iets dat wat vals is. We moeten dogma’s onderscheiden en toetsen aan de Bijbel en zien wat er mee wordt bedoeld. Ga je buiten de Bijbel wetten maken die van Gods Woord afwijken, zoals de Farizeeërs deden dan kan het een valse dogma worden, dus onderscheiden is van groot belang.
Een “bepaling” is een begrenzing, het afbakenen van wat je bedoeld, dus de inzettingen, geboden waarvan Israël gezegd hadden deze te zullen houden, deze werd als een ondragelijke juk waardoor de schuld steeds groter werd, tot Christus kwam en Hij de schuld betaalde en uit wiste en die aan het kruis nagelde waar Hij elke aanspraak van de wet krachteloos heeft gemaakt, en dat heeft dus niets met dogma’s van de Talmoed te maken of hier maar mee bedoeld.
Hoe bijzonder is het de woorden aansluitend op vers 17 van Mattheus 5 onbenoemd te laten. In vers 18 zegt Yeshua; “Want voorwaar zeg Ik u: Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet één jota noch één tittel van de Wet voorbijgaan, totdat het alles zal zijn geschied. En in Matth. 19:17 En Hij zeide tot hem: Wat noemt gij Mij goed? Niemand is goed dan Eén, namelijk God. Doch wilt gij in het leven ingaan, onderhoud de geboden.
Is het niet zo dat Paulus had te strijden tegen de Farizeeën en schriftgeleerden, waardoor het accent van zijn “prediking” lag in het ontkrachten van hun leerstellingen, alsof je de zaligheid kunt verdienen, lees de Galaten brieven over de besnijdenis! Daarbij, wie heeft er de hoogste autoriteit, Yeshua toch?
We leven nog niet in het nieuwe verbond, daar is Paulus duidelijk over! We zien er reikhalzend naar uit, zoals door hem gezegd; “het is nabij de verdwijning”.
Wat Jezus ook heeft voldaan met de vervulling van de wet, is de psychologische kant aanvullen. Als Hij begint in de Bergrede over de doodstraf, dan haalt Hij het psychische geweld ook aan. Je mag niet onterecht boos op iemand zijn. Let wel op het woord ‘onterecht’ wat in veel vertalingen wordt weggelaten alsof je helemaal niet boos mag zijn. Je mag wel terecht boos zijn als je bijvoorbeeld ziet dat iemand onrecht doet.
Verder mag je niemand dom noemen of uitschelden.
Als ex-gedupeerde van psychisch geweld valt me dit natuurlijk op. Het woord ‘karaktermoord’ wordt in de bijbel niet gebruikt maar in de psychologie wel. Dit is mij aangedaan. Karaktermoord is – volgens de wet door Mozes vervuld in Jezus – ook moord. Door roddelen, kwaad spreken, liegen en waarheden verdraaien over een ander, sluit je de ander buiten. Dat is psychische moord. Er worden bij deze moorden geen wapens gebruikt en geen handen, wel woorden, sferen, de toon van spreken en mimiek. Helaas is het in ons land nog niet zover dat psychisch geweld strafbaar is. Voor God is het dat wel sinds Jezus de wet heeft vervuld. Je mag iemand ook psychisch niet doodslaan al is dat dan niet letterlijk doodslaan.