De Mens die uit de zee opkomt, Zijn tegenstanders vernietigd en Zijn volk verzameld
1. Na zeven dagen droomde ik in de nacht een droom.
2. Ik zag dat een wind vanuit zee opstak en al haar golven opzweepte.
3. Ik keek en zag dat de wind iets als een mens formeerde die uit het hart van de zee opkwam. Al kijkende zag ik dat de mens opgenomen werd in de wolken van de hemel en overal waar Hij Zijn gezicht naar toe keerde beefde alles wat in Zijn gezichtsveld kwam.
4. Als Zijn mond sprak, smolt iedereen die het hoorde alsof zij van was waren dat met vuur in aanraking komt.
5. Toen zag ik een ontelbare menigte mensen die zich uit alle vier hemelse windrichtingen hadden verzameld om de strijd met de mens die uit zee opgekomen was aan te gaan.
6. Ik zag dat Hij voor zichzelf een grote berg uitgroef en naar de top hiervan toe vloog.
7. Ik probeerde de plaats te vinden waar Hij de berg vandaan had gehaald, maar ik kon deze niet vinden.
8. Ik zag dat iedereen die zich verzameld had om oorlog met Hem te voeren ontzettend bang was, maar toch de strijd aan durfde te gaan.
9. Toen Hij de aanstormende menigte op Hem af zag komen, hief Hij Zijn hand niet op en ook geen speer of enig ander wapen.
10. Ik zag alleen dat uit Zijn mond een vurige vloed kwam, van Zijn lippen kwam een vlammende adem en vanaf Zijn tong kwam een storm van vonken.
11. Dit alles vermengde zich met elkaar, de vuurstroom, de vlammende adem en de turbulente storm. Dit alles viel bovenop de aanstormende menigte die het gevecht aan wilde gaan, het verbrandde hen volledig. Plotseling was er niets meer te zien van de
ontelbare menigte, maar alleen het stof van as en stinkende rook. Toen ik dat zag stond ik perplex.
12. Hierna zag ik dezelfde man de berg afdalen, Hij riep een andere vredelievende menigte tot zich.
13. Veel mensen kwamen op Hem af, sommige van hen waren blij en anderen zagen er zorgelijk uit. Sommige waren vastgebonden en anderen namen weer anderen mee die geofferd zouden worden. Hierna werd ik hevig beangstigd wakker. Ik bad tot de Allerhoogste en sprak:
14. ‘Van aanvang af heeft U Uw dienaar deze wondertekenen laten zien. U hebt mij waardig bevonden om mijn gebeden te verhoren.
15. Toon mij de uitleg van deze droom.
16. Als ik alles in gedachten laat passeren, wee hen die in die dagen zullen bestaan! Bovenal een wee voor hen waarvan niets overblijft.
17. Want degenen van wie niets overblijft zullen verdriet hebben.
18. Ik begrijp nu welke zaken tot de laatste dagen bewaard worden, wat hen overkomen zal en ook degenen die nog overgebleven zullen zijn.
19. Want zij zullen grote gevaren zien en veel leed, zoals deze dromen ook laten zien.
20. Toch is het beter om deze dingen te doorgronden, hoewel dat gevaar betekent, dan om als een wolk door de wereld te gaan, niet wetende wat er in de laatste dagen zal gebeuren.’ Hij antwoordde mij en sprak:
21. ‘Ik zal u de uitleg van het visioen geven en ik zal de zaken die u genoemd heeft ook verklaren.
22. Over wat u vroeg van degenen die over zijn gebleven is dit de uitleg:
23. Hij die het gevaar brengt in die tijd, zal zelf ook degenen die in gevaar komen beschermen. Zij die de werken doen van, en geloof hebben in, de Almachtige.
24. Begrijp daarom dat degenen die overblijven meer gezegend zullen zijn dan degenen die gestorven zijn.
25. Nu de uitleg van het visioen. Wat betreft de man die u uit zee op zag komen,
26. dit is degene die de Allerhoogste eeuwenlang heeft bewaard. Hij zal zelf Zijn schepping bevrijden en hen die overgebleven zijn leiden.
27. Over de wind, het vuur en de storm die u uit Zijn mond zag komen,
28. samen met het feit dat Hij geen speer of oorlogswapen vasthield en toch de aanstormende menigte die kwam om Hem te overwinnen vernietigde, is dit de uitleg:
29. De dag zal komen dat de Allerhoogste degenen die op aarde wonen zal bezoeken.
30. Verbijstering zal degenen die dan op aarde wonen overvallen.
31. Zij zullen plannen maken om oorlog met elkaar te voeren, stad tegen stad, dorp tegen dorp, volk tegen volk en koninkrijk tegen koninkrijk.
32. Als deze dingen gebeuren en de tekenen zich voordoen die ik u eerder heb laten zien, dan zal mijn Zoon geopenbaard worden, Hij was de man die u uit zee zag opkomen.
33. Als de volken Zijn stem horen, zal ieder mens zijn eigen land verlaten en de oorlog die zij met elkaar voeren.
34. Dan zal een ontelbare menigte zich verzamelen. U zag dat zij ernaar verlangden om Hem te overwinnen.
35. Hij zal op de top van de berg Sion staan.
36. Sion zal komen en aan alle mensen getoond worden, klaargemaakt en afgebouwd, dit is de berg die u met de hand uitgegraven zag.
37. Hij, mijn Zoon, zal de verzamelde naties voor hun goddeloosheid straffen, dit werd gesymboliseerd door de storm.
38. Hij zal hen aankijken en met hun slechte gedachten en de kwellingen waarmee ze gepijnigd zullen gaan worden confronteren. Dit werd gesymboliseerd door de vlammen. Hij zal ze zonder uitzondering door de wet vernietigen, dit werd gesymboliseerd door de vuurstroom.
39. Daarna zag u dat een vredelievende menigte zich bij Hem verzamelde.
40. Dat zijn de tien stammen die vanuit hun eigen land in ballingschap tijdens de regering van Hosea zijn weggeleid. Salmanasser, koning van de Assyriërs heeft hen uitgeleid, hij trok met hen de rivier over en zo zijn ze in een ander land terecht gekomen.
41. Maar zij maakten voor zichzelf een plan op om de menigte van naties te verlaten en naar een verder gelegen plaats te verhuizen, een plaats waar de mensheid nog nooit geleefd had.
42. Op die plaats konden zij tenminste de principes waaraan zij zich in hun eigen land gehouden hadden handhaven.
43. Via de smalle doorgang nabij de Eufraat zijn zij daarbinnen gegaan.
44. Op dat moment heeft de Allerhoogste hen tekenen gegeven, Hij heeft de stroom van de rivier gestopt om hen over te kunnen laten steken.
45. Aan de overkant aangekomen moesten ze een groot land doortrekken, anderhalf jaar reizen, dat land heet Arzareth (een ander land).
46. Daar zijn zij tot de laatste tijden gebleven. Nu is de tijd voor hen gekomen om terug te keren.
47. De Allerhoogste zal de stroming van de rivier opnieuw tegenhouden, zodat ze weer over kunnen steken. Daarom zag u dat deze menigte vredelievend was samengekomen.
48. Maar zij die van uw volk zijn overgebleven, die zich binnen mijn grenzen begeven, zullen gered worden.
49. Daarom zal Hij de menigte van naties die zich verzameld hebben vernietigen omwille van de mensen die overgebleven zijn. (37)
50. Daarna zal Hij hen vele wonderen laten zien.’
51. Ik vroeg: ‘Soevereine Heer, verklaar aan mij het volgende: Waarom kwam deze man op uit het midden van de zee?’
52. Hij antwoordde mij: ‘Net zoals dat niemand de diepten van de zee kan onderzoeken of weten kan wat zich daar allemaal in bevindt, evenzo kan niemand op aarde mijn Zoon zien of hen die bij Hem zijn, behalve als Zijn dag daar is.
53. Dit is de uitleg van de droom die u gezien heeft. U alleen bent hierover ingelicht.
54. Want u hebt uw eigen wegen verlaten, uzelf op mijn wegen gericht en u heeft mijn wet willen doorgronden.
55. U hebt uw leven aan de wijsheid gewijd, begrip heeft u uw moeder genoemd.
56. Daarom heb ik u dit getoond, want er is een beloning die klaarligt bij de Allerhoogste. Over drie dagen zal ik u nog meer vertellen, gewichtige en wonderbare zaken.’
57. Toen stond ik op en liep het veld in. Ik aanbad en prees de Allerhoogste vanwege al Zijn wonderen die Hij van tijd tot tijd werkt.
58. En omdat Hij de tijden in handen heeft en alles wat op Zijn tijd aan de orde zal komen. Ik bleef daar nog drie dagen.
2 Ezra 13
(37) Exodus 10:21; Jesaja 13:10-12; 24:19-23; 29:6- 8; 50:3; Jeremia 4:6; 6:1; 48:3; 50:22,23; 51:54; Ezechiël 7:5-27; 32:7,8; 37:7; Joël 2;10,11; 30,31; 3:15; Amos 8:9; Sefanja 1;10; Haggai 2:21,22; Zacharia 14:5; II Ezra 13; Mattheüs 24:29; Markus 13:24,25; Handelingen 2:19,20; Openbaringen 6:12-17; 8:5; 11:18,19; 16:17-21; Henoch 90:24-28;
Even ter info:
Het gebruik door Qumran van de 1e en 2e Esdra/Ezra is duidelijk en bewijst dat het in omloop was in ten minste de eerste eeuw voor Christus. 1e en 2e Esdras werd gevonden in de tempelbibliotheek die in Qumran werd bewaard door de zonen van Zadok, die de enige bijbels gewijde bewaarders van de Schrift waren. We zien dat deze boeken door de geschiedenis heen in de Schrift uiteindelijk verkeerd worden bestempeld als apocriefe boeken, wat betekent dat ze niet in de Farizeeërcanon stonden. Ze werden nog steeds vertaald en gepubliceerd met de Schrift in de Genèvebijbel van 1560 en de King James Version uit 1611, zelfs in sommige versies tot op de dag van vandaag. De historiciteit van de 1e en 2e Esdra is onmiskenbaar. De boeken van de 1e en 2e Esdra zetten Israël uiteen als het volk van God en zijn het eens met de Bijbel in zijn belang, terwijl de profetie wordt herhaald dat deze relatie verder zal worden uitgebreid tot de heidenen. De profetieën in 2e Esdra’s omvatten de komst van de Messias op datum, Zijn rol als Redder en Rechter, Zijn dood, Zijn Hemelvaart, Zijn Tweede Komst, de Dag des Oordeels, enz. Het demonstreert de Bijbelse visie in wezen als de oorsprong van delen van het Nieuwe Testament, inclusief Openbaring. Vroeger stonden deze boeken in de Bijbel in het Oude Testament en die zijn tussen de 17de en 18 de eeuw door de christelijke kerk verwijderd om de waarheid te verduisteren over de eindtijd, net als het Boek Henoch, die in de Bijbel wel aangehaald wordt. In de King James en de Statenvertaling staan ze wel vermeld.