Wie vervangt wie

Er zijn twee vervangingstheologieën in christelijke kringen vandaag de dag:

De eerste vervanging ontstond in de Rooms-Katholieke Kerk door o.a. leringen van de Jezuïeten; en de tweede ontstond onder christelijke zionisten en beiden hebben het mis.

-de eerste leert dat de Kerk Israël verving als de erfgenamen van het Verbond met Abraham.

-en de tweede, waar maar weinig mensen over spreken is dat de Joden, het huis Juda (de 2 stammen) grotendeels het huis Jozef/ Israël (10 stammen) vervingen als erfgenaam van de belofte van het eerstgeboorterecht. 1 Kron. 5:1,2 geeft het eerstgeboorterecht aan Jozef, niet aan Juda de Joden. Jakob-Israël gaf zijn naam aan de zonen van Jozef, Aan Efraïm en Manasse (Gen. 48:16). De Joden beweren van Juda af te stammen, niet van Jozef. Efraïm zal worden tot een menigte van volkeren. (Gen. 48:20) En een menigte uit al die volkeren die zijn voortgekomen uit Efraïm maken terdege deel uit van Israël, alleen wanneer ze door het geloof wederomgeboren zijn en hun harten besneden zijn door de Geest. Het zijn dus geen Joden.

Door een verkeerde uitleg en begrip o.a. door de dispensationalistische kijk op profetie, gingen Darby en Scofield er van uit dat er geen verschil bestaat tussen een Jood van het huis Juda en een Israëliet van het huis Israël. Hierdoor namen ze een verkeerde opvatting, een verkeerde vorm van vervangingstheologie aan, waarbij Juda in wezen Israël verving als de erfgenamen van de belofte.

Het dispensationalisme is een methode van Bijbelse interpretatie die voor het eerst werd bedacht door John Nelson Darby (1800-1882), en later geformuleerd werd door de controversiële Amerikaanse Cyrus Ingerson Scofield (1843-1921). Ze werden geïnspireerd en beïnvloed door Jezuïetenpriesters F. Ribera (1537-1591 ) en kardinaal R. Bellarmine (1542-1621) die vergelijkbare theorieën promootten. Deze leringen waren een verdraaiing en een belastering van de profetische waarheid.

De meeste christenen zijn het verschil tussen Israël en Juda vergeten en zien dat niet. Ze zijn ervoor verblind. Verblindheid is het oordeel over hun zonden. Beide volken, beide huizen, Israël en Juda hebben zich bezondigd. Beiden zijn verblind geraakt.

Het huis Juda is verblind met name voor Jezus de Messias, maar zij kennen wel hun identiteit.

Israël is verblind met name voor hun eigen identiteit en vele mensen die van Israëlische afkomst zijn, zonder dat ze het weten, zijn christenen en verkondigen Jezus de Messias als de blinde dienaar van de Heer. Jes. 42:18 en 19. Er is zelfs een mogelijkheid dat veel christenen meer Hebreeuws-Israëlitisch bloed in hun aderen hebben dan de meeste van hun Joodse broeders.

Ook maakt de Kerk de fout om de geestelijke tempel te vervangen door een toekomstige fysieke Joodse tempel. Onder het oude verbond is de belofte aan Abraham slechts het oude land Kanaän. De Joden die dit nieuwe verbond verwierpen en zich aan het oude verbond hielden, bleven verlangen naar de vervulling van die oude belofte — het oude land en het oude Jeruzalem.

Onder het nieuwe verbond is de belofte aan Abraham het Nieuwe Jeruzalem en de hemelse berg Sion. Hebreeën 12:22, de ware belofte die aan Abraham werd gegeven, is de belofte van een “beter land” (Hebreeën 11:16). Het is de erfenis van de gehele aarde.

De Kerk leert dat er in het millennium in het oude Jeruzalem een fysieke tempel zal zijn van waaruit Christus de aarde zal regeren. De Kerk voegt daaraan toe dat de dierenoffers ook op een Oudtestamentische manier wordt hersteld, gebaseerd op Ezechiël 44-46. Terwijl hoofdstukken 40 tot en met 48 van Ezechiël NIET verwijzen naar de Millennium Tempel en priesterschap in Jeruzalem, maar naar een Tempel die zou kunnen zijn als het gehele Huis van Israël zich van hun nationale zonden had bekeerd en berouw had getoond over hun zonden om daarna terug te keren naar God. Er zal zeker geen tempel in het duizendjarig vrederijk komen naar het ontwerp van Ezechiël, dat was een eenmalig aanbod als zij zich hadden bekeerd, maar ze hebben zich niet bekeerd.

We weten door Gods Woord dat het Nieuwe Jeruzalem het oude Jeruzalem gaat vervangen, het oude Jeruzalem zal weggezonden worden en vernietigd worden. (Gal 4: 22-31; Jer. 19:10-11).

Aan Israël, dat zijn de wederomgeboren gelovigen die aan hun hart besneden zijn, die de ware Gemeente is, wordt de bekeerlingen van alle natiën toegevoegd, als takken aan de Olijfboom, dus geen vervanging, er is alleen sprake van enten.

In Efez. 2 staat in vers 14-16: Want Hij is onze vrede, die de twee één heeft gemaakt en de tussenmuur, die scheiding maakte, de vijandschap, weggebroken heeft, 15 doordat Hij in zijn vlees de wet der geboden, in inzettingen bestaande, buiten werking gesteld heeft, om in Zichzelf, vrede makende, de twee tot één nieuwe mens te scheppen, 16 en de twee, tot één lichaam verbonden, weder met God te verzoenen door het kruis, waaraan Hij de vijandschap gedood heeft.

Want zoals het lichaam één is en veel leden heeft, en al de leden van dit ene lichaam, hoewel het er veel zijn, één lichaam is, zo is het ook met Christus. Ook wij allen immers zijn door één Geest tot één lichaam gedoopt, hetzij dat wij Joden zijn, hetzij Grieken, hetzij slaven, hetzij vrijen; en wij allen zijn van één Geest doordrenkt. 1 Korinthiërs 12:12-13.

De Bijbel leert ons heel duidelijk dat de heidenen worden geënt op Israël, op de Edele Olijf, waarvan Jeshua de saprijke wortel is. En dat gelovigen uit de heidenen medeburgers en mede-erfgenaam, dat zij huisgenoten van God geworden zijn. En niet anders om, alsof gelovige Joden bij de Kerk gevoegd zouden worden. De heidenen waren ooit deel van de wilde olijfboom en zijn nu op de edele olijfboom (Israël/Gods Volk) geënt. Paulus leert nergens in Gods Woord dat er een speciale nieuwe boom bestaat, alleen voor de Kerk, of dat ze gescheiden worden van het volk Israël, de twee huizen.

We moeten stoppen met te proberen de boom te splitsen in Israël en de Kerk, alsof de Kerk iets aparts zou zijn, of een nieuwe boom zou zijn. Vanaf het begin was er maar één boom, waarop ook heidenen toegevoegd konden worden (in het OT bv Rachab en Ruth). We krijgen dus het beeld dat de oude edele olijfboom (het gelovige gedeelte van het natuurlijk Israël) wordt uitgebreid met gelovigen uit de heidenen, tot het Israël van God in het Nieuwe Testament, de ene nieuwe mens in Jeshua (Efez. 2).

Dit wordt ook bevestigd in Rom. 11: 25, 26: Ik wil u niet onkundig laten van dit geheimenis: een gedeeltelijke verharding is over Israël gekomen, totdat de volheid van de heidenen binnengaat, en aldus (op deze manier) zal gans Israël (gelovige Joden en gelovige heidenen) behouden worden.

JP / september 2024

4 gedachten over “Wie vervangt wie”

  1. Inderdaad, het gaat om het burgerschap Israël. Jammer dat predikanten hebben getekend voor het volgen van “mensen gedachten”. Daarom is het belangrijk dat mensen zelf de geschriften onderzoeken. De tempel die Ezechiel beschrijft wordt wel realiteit in het 1000 jarig rijk, daar zullen de volkeren die de aarde opnieuw bevolken, naar toe gaan om aan Zijn geboden te voldoen.

  2. Dag Jelly,

    Wederom een goed onderbouwt stuk. Het blijft, zo heb ik uit eigen ervaring in een dienst mogen meemaken..”vechten tegen de bierkaai!” Het Messiaanse gedachtengoed heeft hierin, helaas en jammergenoeg teveel naar de Joodse en ook Rabbinale leer gekeken. Ben ‘bang’ dat dit verdeling niet ten goede zal komen! Daarnaast wil men ook heel graag de tradities etc inburgeren. Fijn, dat je tegen de stroom in zwemt. Voor mij een bemoediging!

  3. Hallo Jelly en Lennie

    Jelly heeft een mooi stuk geschreven, héél Bijbels.
    Héél fijn dat je Romeinen 11 : 25-26 er ook bij aanhaalt.
    Ik zie het ook zo, het hele hoofdstuk, geeft Joden/heidenen beide aan.
    Samen door geloof in Jezus, samen aan de geestelijke olijfboom.
    De Heere Jezus draagt een ieder… Jood/heiden, die aan die boom zit.

    Ik wil jullie samen ook hartelijk bedanken.
    Fijn en bemoedigend om dit zo te horen.

    ”vechten tegen de bierkaai!” haalde je aan, Lennie, het is vaak wel zo.

    De laatste tijd zeg ik wel eens, als het weer dié kant opgaat… “‘Ik ben zo blij, ik ben Gods geheim….”‘.
    Dan komen er soms reactie’s op. Dan wijs ik alleen op Efeziërs 3 : 1-7.
    Die leer zit er zo in gedreunt…
    Laten we maar voor zulke mensen bidden, of de Heere het hun duidelijk maakt.

    Lieverds, sterkte, en de kracht van onze Heere Jezus om jullie heen.
    Lieve groet, Esther.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *